Ik loop zo vroeg omdat dat het enige moment is dat ik tijd
heb. Het voordeel is dat niemand mij ziet en dat is om twee redenen goed: ik
draag een oud jack van mijn vader waar je, als je er lang naar kijkt, lasogen
van krijgt en met mijn stijl van lopen trek ik geen volle zalen; alsof je een
handkar over een aardappelveld duwt. Het ziet er gewoon niet uit.
Nadeel is dat het in deze tijd van het jaar zeer donker is in
het bos en ik zag echt geen hand voor ogen. Ook niet na een tijdje als je ogen
gewend zijn, zoals ik geleerd heb ik in het leger. Naast het Kleine Bos is er
toch te veel kunstlicht dat afleidt. Daardoor miste ik op zeker moment een
afslag en liep pardoes een brede sloot in. Dat gaf een heel apart gevoel, al
bleef de schade beperkt tot één modderige voet.
Lopen, hardlopen, heeft alleen zin, zo merkte een veel
sportende dorpsgenoot op, als je telkens een stukje verder gaat. Als je moe
bent en dan nog even een stukje door. Op die manier bouw je conditie en, met
een mooi woord Ausdauer, op: ,,Je
moet bij elke training een beetje doodgaan.’’
Wel, dat is in orde. Als ik die wekker om zes uur hoor ga ik
al een beetje dood.
Eén sloot in lopen is nog tot daar aan toe. Zolang je maar niet zeven sloten tegelijk inloopt. ;-)
BeantwoordenVerwijderenEven zonder gekheid, je kan natuurlijk ook doen wat ik Gerda Verburg ooit op tv zag doen. Hardlopen in het donker van de vroege ochtend, met een hoofdlampje op. Of trekt dat voor jouw gevoel teveel de aandacht?