Het vergt
wat fantasie om nekpijn te krijgen door voetballen, maar ergens in de
voorlaatste wedstrijd kopte ik een lange pass van achteruit - met een beweging
waarvan ik niet dacht dat ik die in mij had - over de uitgekomen keeper
richting doel.
De bal ging op
de lat, maar ik sluit niet uit dat het daar van komt. Mijn teamgenoten hadden
ook blessures. De een begon al met een kapotte hamstring, de ander zijn lies
begaf het en nog twee man vielen in de loop van het evenement af met duidelijke
en onduidelijke klachten. Zelfs de jongeren hadden verschijnselen die
normaal alleen bij evenementen als Iron Man en Burning Man voor komen.
In
diezelfde voorlaatste wedstrijd vroeg een van hen, circa veertig, of het nog
ging.
,,Ja
hoor’’, zei ik naar waarheid, ,,hoezo?’’
,,Nou, als
je niet meer kunt, kan ik er in. Ik ben nog fit.’’
Ik
vermoedde dat het van hem meer eigenbelang was dan dat hij bezorgd was om mijn
welzijn en vermoeid was ik wel, dus ik zei: ,,Het is jouw feestje,
ga er maar in.’’
Nog geen
halve minuut later hoorde ik van de andere kant van het veld een schreeuw:
,,HERMAN. D’R WEER IN.’’
Terwijl ik
mijn rentree maakte, zag ik hoe twee mensen hem naar de kant sleepten. Een hele
operatie omdat een van die twee probeerde de kramp uit het been van mijn teamgenoot te
krijgen. Een mix van Funniest Home Video’s en Jiskefet. Ik durfde niet te
lachen.
We moesten
zes keer twintig minuten voetballen en daarna nog een finale. Dat is veel voor
ongetrainde amateurs. Dat we tweede werden vond ik niet eens erg. Ik was al
lang blij dat het voorbij was. Na de douche ging ik in de feesttent zitten en
durfde me niet meer te verroeren. Alles deed pijn, echt alles en er zat iets in
mijn linkerbeen.
Dat kende
ik van de verhalen van onze gastspeler. Die speelde tot ver na zijn veertigste
in het eerste van een stad-Groninger club. Hij had na elke wedstrijd drie dagen
nodig om te herstellen. Zijn vrouw mocht dan zelfs niet naar hem wijzen.
Zo voelde
ik me zondagnacht, nadat het in mijn nek schoot. De pijn wordt iets minder,
maar het houdt niet over. Ik nam gisteravond zelfs, na een drukke dag met als
toetje een commissievergadering in Loppersum, diclofenac tijdens de presentatie
van een jongerenwerker. Ik vond in mijn jaszak ineens een strip met pilletjes. Maar
ze hielpen niks en ook de paracetamol van vanmiddag leverde weinig op.
Het doet
zo’ zeer dat ik me moeilijk op gesprekken en zo kan concentreren. Eigenlijk kan
ik me nergens op concentreren. Zelfs autorijden gaat moeilijk, want ik zit scheef
achter het stuur. Maar om nou weer bij de dokter aan te kloppen… Ik ben een
maand geleden nog geweest met schouderpijn, dus ik ga niet weer. Ik zit het wel
uit. Met rust kom je ook een heel eind. Daarbij zijn er mensen met ergere
pijnen en kwalen en ik denk ook altijd: over tien jaar lach je er om.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten