Dus heb ik vandaag een andere gekocht, een Audi, heel blij
mee, leuke auto, niet spectaculair, maar Duitse degelijkheid, zo van: alles zit
er op en eraan en ding ziet er erg netjes uit, te mooi om te laten lopen en dus
dacht ik: ik zet de Ford meteen te koop op internet. Zit nog APK op tot juni en
auto is verder prima, tot aan vandaag gewoon gebruikt, edoch: meeneemprijs
vanwege die remmen. Doen we niet moeilijk over, weg is weg.
De advertentie stond er nog geen vijf minuten op, of telefoon.
Van iemand uit Uithoorn. Waar Slochteren lag. Is ver weg, ja. De meneer bleek
niet de enige. Nog meer telefoontjes, appjes, sms-jes.
Het waren geen mannen die luisterden naar de naam Jan, Piet
of Klaas, het Groot Dictee der Nederlandse Taal zullen ze nooit winnen, maar ze
klonken dolenthousiast. Alsof ik goud in de aanbieding had.
Het is dat ik eind van de middag weg moest, anders had ik zo
zes, zeven man bij de deur gehad. Iedereen wilde meteen langskomen. Of ik hem
vast wilde houden voor die en die. Ik bied dit en ik bied dat en terwijl ik
vanavond elders was, om te praten over de volgende stap richting het boek over
Milko Djurovski, zag ik via de Phone de een na de ander een bod doen op de
Ford.
De situatie is nu zo dat er morgen om tien uur iemand
langskomt, er staat iemand in de wacht en ik kreeg net een sms-je van iemand
die zei dat hij ook op het vinkentouw blijft en niet eerder dan zaterdag kan en
gewoon de vraagprijs biedt, mochten de anderen willen afdingen. Dat ik dat even
wist. Onderwijl heb ik de meneer uit Uithoorn al moeten teleurstellen en een
stuk of wat andere. Er stond zelfs een smeekbede op de sms. Met de kreet: gun
mij die auto.
Nog niet zo lang geleden had ik een Land-Rover, 109 serie
III in de aanbieding. Weet niet hoe lang die te koop heeft gestaan. Maanden.
Twee keer in prijs gezakt. Geen hond in geïnteresseerd, terwijl dat een heel
wat interessantere auto is dan zo’n Ford. Voor die laatste heb ik binnen een
paar uur echter meer reacties gekregen dan op de open brief aan Henk Kamp op
deze blog en ik durf nauwelijks nog naar mijn telefoon te kijken, bang voor
weer een gretige en wanhopige koper.
Ik zeg net tegen mijn vrouw: ik mis iets.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten