Alleen, daar ben ik nu achter, ik kan niet zomaar bij een onbekende
logeren. Op de een of andere manier voel ik me niet vrij, blokkeer ik. Zora
bezweerde me dat het geen probleem was, omdat Serviërs dat zo gewoon zijn en
ook als ik er niet was zou hij waarschijnlijk zelf op de bank slapen, maar ik
merkte aan mezelf dat ik me zo bewust was van zijn aanwezigheid dat ik
eigenlijk nergens toe kwam en me steeds meer ging afzonderen.
Dat begon gisteren eigenlijk al, maar ik heb nog even
gewacht. Ik vond dat ik me niet moest aanstellen en ik realiseerde me dat het
afwijzen van gastvrijheid beledigend zou kunnen overkomen. Zo van: oh, jij
vindt het bij mij dus niet goed genoeg?
Maar dat had er niks mee te maken.
Laat ik het anders uitleggen: het nieuwe menu waarmee ik
sinds donderdag te maken heb, heeft invloed op de chemische processen in mijn
spijsverteringsstelsel, met als gevolg een andere samenstelling – en
substantiële toename - van gassen die zich tijdens het afbreken van het voedsel
ontwikkelen en aangezien de ruimte in darmen beperkt is zoeken die een uitweg
en dat gaat gepaard met geluiden die door het andere voedsel ook substantieel
anders van toon en volume zijn. Omdat ik heb geleerd dat je dergelijke
natuurlijke processen nooit moet tegenhouden, dat is niet gezond, ben ik
genegen me in dat opzicht helemaal te laten gaan, maar dat voelt buitengewoon
ongemakkelijk als twee meter verder een vreemde achter zijn computer zit,
slechts van geluid en geur gescheiden door een enkelwandige deur.
Wat ik dus heb gedaan is vanochtend vanuit mijn bed online
een hotel reserveren. Midden in het centrum van Belgrado. Want dat was een
ander nadeel, het appartement lag in een buitenwijk, op ongeveer tien kilometer
afstand.
Dus ik werd wakker om zeg acht uur en kreeg meteen koffie.
De rakija wees ik af, dat leek me niet verstandig. Ook al omdat hij me blokjes
wat leek op Turks fruit voorzette. Daar zat zoveel suiker in dat ik dacht dat
ik een hartaanval kreeg. Ik douchte, kleedde me aan, liep naar de dichtstbijzijnde
supermarkt en kocht een fles whisky voor hem, bij wijze van dank. Toen ik terug
was, meldde ik hem dat ik naar een hotel ging, omdat het praktischer was. Wat
in wezen ook zo is. Afspraken hier worden in de regel in het centrum gemaakt en
dat is nu op loopafstand. Ik wandel nu de straat uit, ga linksaf en sta dan in
de Kalverstraat van Belgrado.
Mijn gastheer belde een taxi en omdat die er binnen drie
minuten was, ging het afscheid vrij snel. Op de een of andere manier voelde ik
me schuldig, alsof je iemand in de steek laat, maar ik denk dat hij het ook weer
lekker vindt in zijn eentje in zijn appartement, zonder zo’n zwijgzame
Groninger.
Op basis van gisteren dacht ik dat Servische taxichauffeurs
niet met passagiers praatten, maar die van vanochtend wilde wel. Hij wees me op
het gebombardeerde hoofdkwartier van het leger, op de hoek Kneza Milosa Street
en Nemanjina Street – dat inmiddels tot cultureel erfoed is benoemd – en een
van de grondslagen van de Balkanoorlog was volgens hem dat alle Serviërs ‘not
normal’ waren, om er aan toe te voegen: I am Serviër, waarna hij hoofdschuddend
en toeterend ‘not normale’ medeweggebruikers terechtwees. Dat snapte ik, want
een vrouw reed heel raar (zoals in Nederland alle vrouwen raar rijden) en een
meneer liep om onduidelijke reden over de tramrails midden op een drukke
verkeersweg met een soort van kartonnen zak.
Om bij het hotel te komen moesten we een stukje omrijden. Een
deel van een belangrijke winkelstraat, de Kralja Milana, was afgezet. Daar wees
hij me op, zodat ik geen stampij zou maken over de ritprijs. Toen ik vroeg naar
het waarom van die afzetting, haalde hij zijn schouders op: ‘Geen idee. Mij
hebben ze niks verteld.’
Het hotel is vergane glorie, maar daar hou ik van. De online
reservering was overigens niet binnengekomen, maar de man achter de balie deed
niet moeilijk: I give you a room. Of het inderdaad 22 euro per nacht is,
betwijfel ik, aangezien een Aziaat naast mij zijn beklag kwam doen. Die dacht voor
24 euro te slapen en dat bleek ineens 30. Ik vond de uitleg van de balieman overigens
steekhoudend (de gast was weliswaar alleen, maar sliep in een tweepersoons
kamer), de Aziaat was een andere mening toegedaan.
Eenmaal de spullen op de kamer, ging ik naar de naastgelegen
supermarkt en kocht een fles Eau De Vie De Montenegro (50 %), twee flessen
water, een pak jus d’orange, een flesje sinas, twee blikjes bier en een zakje
studentenhaver, hier ‘sport mix’ genoemd. Alles bij mekaar iets van twintig
euro.
Daarna maakte ik het mezelf gemakkelijk, omdat Zora vandaag
familiebezigheden had en we vanmiddag zouden afspreken. Dat zou niet eerder dan
twee, drie uur worden, smste ze, dus had ik ineens zeeën van tijd. Om elf uur
proefde ik voorzichtig aan de Eau de Vie, had na twee bodempjes meteen rode
wangen en werkte het zakje ‘sport mix’ naar binnen, om niet out te gaan, aangezien
het suikerfruit het enige was dat ik vanochtend binnenkreeg.
Ik las wat in de speciale uitgave ‘Vergeten Helden’ van Hard
Gras, waarin ook mijn eigen verhaal ‘Ik was Milko Djurovski’ staat en dat ik
dus oversla, omdat ik het al ken en ik speelde Bubble Blast op mijn smartphone.
Het restaurant in het hotel is 24/7, dus om twaalf uur dacht
ik: lunch! Ik was de enige. Er bleek zelfs geen bediening, dus haalde ik ergens
een mevrouw vandaan om de bestelling op te nemen. Mijn eerste keus, mixed meat,
kon niet, maar ze beloofde me een Servische specialiteit, wat een vleesstaaf
bleek, met daarin gesmolten kaas (erg lekker), frietjes en mixed salad en bij
het vlees lag ook een hoopje rauwe ui. Omdat ik niet wist of er niet alsnog een
afspraak vandaag zou zijn, liet ik dat liggen. Zoals ook gisteren vulde de
lunch zo, dat ik moeite had de trappen naar de derde verdieping op te komen.
Daar zal de halve liter bier mede debet aan zijn geweest.
Inmiddels was het één uur en ging ik de stad in. Immers, ik
wist niet hoe ver het lopen was naar waar ik Zora zou zien, Beogradjanka, een
hoog gebouw dat als een zwarte pilaar uit de straten oprijst. Een gemakkelijk
herkenningspunt.
Het eerste wat ik deed was een boekwinkel binnenlopen, want
ik vermoed dat ik Vergeten Helden zo uit heb. Uit het kleine stapeltje Engelse
literatuur in de boekhandel viel mijn oog meteen op ‘The Post Office’ van
Charles Bukowski. Ik moet er niet aan denken dat ik ergens zonder boek ben.
Daarna sjokte ik via de Knez Mihailova (dat overgaat in de
Kralja Milana en nog meer de Kalverstraat is) richting Beogradjanka en kocht een Blic. Daarin inderdaad een column van Ivan Mrden over mijn plannen voor een boek over Milko.
Wat ik ook
wilde was shirtjes van Rode Ster kopen voor mijn zoons. Kunnen ze in trainen en
hebben zij ook eens wat bijzonders en ziedaar: tegenover het afspreekpunt was
een Red Star Fanshop.
Ze hadden ze ook nog in de goede maten, alleen niet voor
mezelf. Dus kocht ik het - na het vaste tenue en het uittenue - het derde shirt
van Red Star voor mezelf. Af en toe zaalvoetbal ik en ik wil ook wel eens wat
anders aan dan het oude shirt van WVV 5 (wat overigens, mede door de opdruk ’t
Pleintje een collector’s item is) en heb ik ook een keer wat bijzonders.
De verkoper zei dat dit het shirt was waarin Red Star altijd
tegen Partizan speelde - en altijd verloor. Het is hier soms net Groningen qua
fatalistische insteek.
Uiteindelijk was het kwart over drie dat Zora en ik elkaar
zagen en na een kopje koffie, voor haar Bailey’s en een sorbetglas koude romige
Nescafé-koffie, besloten we een wandeling te maken naar het fort van Belgrado,
dat in een park ligt op de oostoever van de Sava, precies waar die rivier
overgaat in de Danube (Donau). Een soort Central Park van Belgrado.
Van daaruit was er zicht op de beroemde drijvende hotels van
de Servische hoofdstad en op de brug, volgens mij de Brankov Most, waarop de
mensen van Belgrado in de Balkanoorlog als een menselijk schild hand in hand
gingen staan om te voorkomen dat de laatste verbinding tussen het oude en
nieuwe Belgrado ook kapot gebombardeerd zou worden. Een huiveringwekkend
verhaal.
Om even over zeven namen we afscheid, ging zij bij haar
moeder eten en liep ik op de weg terug naar het hotel bij de supermarkt langs.
Ik was vanochtend shampoo vergeten en ik kocht een nieuw zakje sport mix.
Bij het aanzetten van de computer een mailtje van journalist
Milos Rangelov van Blic. Hij wil me interviewen. We hebben meteen een afspraak
gemaakt voor morgen om 13.00 uur bij Hotel Moskva.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten