woensdag 23 maart 2016

Het was even over drie toen ik mijn vrouw ‘RIP Hammie’ appte. Waarna er even stilte was op social media. En weer even later toch een berichtje. Ze vond het toch wel zielig. Ik ook.

De dierenarts bevestigde wat wij ook al vonden. Dat het diertje er best levendig uit zag. Wekte niet de indruk pijn te hebben, ondanks het raar stuk gezwel dat als een rugzak aan zijn zijkant hing. Last had hij er wel van. Een onhandig ding.

Maar ze piepte en beet toen de arts haar wilde oppakken. Er zat nog genoeg leven in, zeg maar. Waarna een gesprek volgde over wat de opties waren. Opereren zou kunnen, maar het tegenargument was dat die beestjes sowieso niet oud werden. Daarbij, stel dat deze tumor verwijderd zou worden, dan kon het best dat er over twee maanden weer wat zat. Dus als ik er bij bleef om haar in te laten slapen, dan snapte ze dat.

Dat wilde ik. Wij.

Waarna ik zei het evengoed zielig te vinden. Je beëindigt een leven en een tweede kans zou het beest niet krijgen. Althans, dat is nog nooit bewezen.

De arts stelde me gerust: ,,Oh maar, maak je geen zorgen. Hamsters leven in het hier en nu. Ze zijn niet bezig met dingen die ze nog hadden willen doen of zo.’’

De vrouw pakte een spuitje, zette het in de buik van Hammie en even later werd het diertje rustig, viel in slaap en weer even later stopte het hartje. Ik gaf de dierenarts een hand, rekende 22,69 euro af en reed met een lege kooi naar huis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten