maandag 14 december 2015

Als een soort van klein saluut aan de overledene pak ik bij het verlaten van de zaal een stukje cheesecake. O, dit is lekker, denk ik bij de eerste hap. Ondanks dat er op dat moment andere dingen zijn om te overdenken. Mijn zus maakt ook cheesecake, maar deze is besmeerd met jam en dat, zo weet ik sinds vandaag, maakt het net even af. Van de overige lekkernijen van de mini High Tea blijf ik af. Wij gaan.

Wij, dat zijn een collega en ik en de reden dat we bij de uitvaart zijn is onze stagiaire. Het afscheid is van haar vader. Een man die ik niet ken, maar nu wel, omdat zijn leven met dia’s en verhalen aan ons is verteld.

In het kort: een Brit van voor in de twintig die een advertentie ziet voor een lasser in Groningen en zijn familie zegt dat-ie voor zes maanden naar Nederland gaat. Dat loopt wat anders. Hij vindt hier vast werk, ontmoet de vrouw van zijn leven, ze krijgen drie kinderen en gaan elk jaar op vakantie naar Frankrijk.

Zijn verhaal werd verteld door vrienden, een zus en een broer. Dat kon ik nog redelijk aanhoren, maar toen zijn dochters, waaronder onze stagiaire, het woord namen zag ik er uit alsof ik een familiepak Fisherman’s Friend ineens had doorgeslikt en vanuit mijn ooghoeken leek de collega er niet veel beter aan toe.

Wat me meteen deed beseffen: dit is waar het om draait. Dat wat over je verteld wordt op je uitvaart. Door je kinderen.

Wij stonden vandaag, dat was duidelijk, bij het afscheid van de liefste man ter wereld.

Misschien, nam ik me op de terugweg voor, moest ik nog meer proberen dat ook te zijn en misschien, besloot ik, zou het goed zijn eens minder te mopperen. Ja, dat zou ik doen, al wist ik op dat moment ook, dat als morgen weer de wekker gaat en de heren weer treuzelen met broodje eten en aankleden, ik ze weer op oudtestamentische wijze zal aansporen.

2 opmerkingen: