,,Ja.’’
Ik erheen
en ik zag mezelf juichen als Johan Cruijff. Een doelpunt maken, opspringen en
mijn rechtervuist weggooien. Twee keer achter elkaar en bij de laatste keer
ging ik bij het landen door mijn enkel en liep hinkend weg. Het zag er
inderdaad niet uit. Vond ik. Zij vond dat erg grappig.
Wat ik nog
duidelijker zag: ik leek op Cees van Kooten toen hij bij de oud-internationals
voetbalde. Twintig kilo te zwaar en ik besloot op dat moment écht iets aan mijn
figuur te gaan doen.
Ik ben dik
honderd kilo en dat komt niet door mijn zware bouw.
Een eerste
begin was er gisteren, op Koningsdag. Een beetje. Dankzij mijn jongste zoon.
Die wilde voetballen. En dat deden we. In de speeltuin in de wijk achter ons.
We hadden er tijd voor, want ondanks dat mijn vrouw ’s ochtends om half tien al
nerveus door de kamer ijsbeerde, voortdurend vragend wat we gingen doen
vandaag, was het geen weer om wat te doen. Regen, hagel, wind, the works. Zelfs
in de tuin ging niet.
Voetbal
wel.
Het veldje
bij de speeltuin is bepaald geen Cruyff Court. Sterker, het oppervak kent
evenveel pieken en dalen als het Lake District, maar dan op een postzegel
tussen Stelling en Voeghouten en we moesten voortdurend opletten omdat de bal
op het zompnatte veld alle kanten opstuiterde. Strikvraagje: waar krijg je een
betere techniek; op zo’n superglad Cruyff-veldje of op een Brits moorlandschap?
Nadat er
andere jongetjes bijkwamen zei ik dat hij nog even door mocht gaan, ging ik nog
even hardlopen.
Dat voelde
goed, al had het voor die dag geen zin meer, want we gingen uit eten. Dat doen
we bijna nooit, in ieder geval niet met ons vieren, maar Koningsdag leek ons
een mooi moment. Onze zonen sputterden voor de verandering eens niet tegen en
mijn vrouw reserveerde. Een steakhouse riep ze. Nee, zei ik: dat is een
truckerscafé.
Dat
bedoelde ik niet negatief, want ik kijk graag naar Ice Road Truckers en Outback
Truckers. Ik ben gek op trucks en als ik niet zou schrijven, zou ik
vrachtwagenchauffeur worden. Dat wil ik trouwens nog steeds.
De
schnitzel van de jongste zoon was model kettingkast, de oudste kreeg twee racks
spareribs van een dusdanige lengte dat ik dacht dat er radiatoren op zijn bord
lagen, mijn vrouw ging voor de mosseltjes en zoals vaker was mijn chilisteak
niet medium zoals ik had gevraagd, maar rauw, maar ik dronk sinds decennia weer
een Southern Comfort, daarna een Desperado, verlangde naar Hank Williams, Uncle
Tupelo, The Dixie Chicks of J.J. Cale en we hadden een leuke avond met het
verzinnen van de namen voor de drie katjes die we krijgen.
Er stond
inderdaad steakhouse op de gevel, maar op de parkeerplaats stonden meer trucks
dan personenwagens. Eenmaal thuis konden we geen pap meer zeggen.
Ik heb
vandaag een ATB gekocht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten