Als
je coach vraagt of je nog wat hebt kunnen doen, hoef je bovendien niet te
liegen. Er is echter een probleem: campingvoetbal is in negen van de tien
gevallen zo slecht geregeld dat al in de eerste helft mensen zonder boeh of bah
uit het veld lopen en niet meer terugkeren.
Voeteball op de riever
Als
bij de wc’s in drie talen staat aangeplakt: ‘Ce soir à huit heures match de
football à la rivière’, ‘8 o clock football by the river’, ‘8 uren voeteball op
de riever’, dan denk je: leuk, maar als je om vijf voor acht arriveert weet je:
dit wordt niks. Behalve jou staan er twee Nederlandse jongetjes in Sneijder en
Robben-shirts, terwijl verderop drie zwaar behaarde Fransozen in het gras
liggen te wachten.
Als
je geluk hebt kun je om kwart over acht terug naar de tent, als je pech hebt komt
er net op dat moment een groep van twintig man aankakken, onder aanvoering van de
Amsterdammer met de grootste bek van de camping.
Arie, een kanjer
Die
Amsterdammer heet altijd Danny. Als je tegen Danny zegt dat je normaliter in de
spits staat, posteert hij jou linksback. Voor de spitspositie heeft ie namelijk
Arie: ‘een kanjer’. Arie is de vriend van Danny. Arie is een Amsterdammer met
een zo mogelijk nog grotere bek en een pens waar je u tegen zegt, maar volgens
Danny ‘heb Arie in het tweede van Ajax’ gespeeld. Lang geleden dan, want Arie’s
buik past net niet onder een vaal T-shirt met het opschrift ‘Café De Kroon,
Benidorm’ en hij draagt schoenen van het merk Pony, dat erg populair was toen DS
’79 nog bestond.
Arie
kan natuurlijk niks, behalve keihard vloeken na een mislukt schot. Na vijf
minuten gutst het zweet van zijn hoofd, zodat duidelijk wordt waarom hij
voetbalt met een handdoek om zijn nek. Naarmate de wedstrijd vordert gaat ie
vaker naar de kant, steeds langer ook, zodat er tijd is voor een sigaretje, tot
ie het twintig minuten na rust voor gezien houdt en met een ‘godskolere, hier
had papa effe zin an’ in een teug een halve literblik Felsgold naar binnen
klokt.
Elke bal op doel
Overbodig
te zeggen dat Arie elke bal op het doel knalt. Kaatsen, balletje breed of een
steekpassje als jij weer eens de ruimte in duikt is aan hem niet besteed. Nee,
hij heb bij Ajax gespeeld en hem ‘hoef je dus he-le-maal niks over voetbal te
vertelluh’. Dankzij hem ligt de wedstrijd wel om de haverklap stil, omdat de
keeper de bal of uit de rivier moet halen of in de keurig aangeveegde voortent
van geïrriteerde pensionado’s excuses moet aanbieden omdat Arie de bal volledig
verkeerd raakte en hun skottel braai omver kogelde. Aan de andere teamgenoten
heb je nog minder, omdat ze of te jong zijn, of omdat al die zwijgzame Fransen,
die je tot dan nog nooit hebt gezien, denken dat ze Zidane himself zijn. Als ze
al een bal afgeven is het naar elkaar, zodat het kan gebeuren dat je met 10-5
voorstaat zonder een bal te hebben aangeraakt. In Normandië, de Jura, de
Dordogne en in de Cévennes, het is overal hetzelfde.
Als
er al een scheidsrechter is, is dat of een oudere Fransman half in de lorum, of
het betreft iemand van het animatieteam. Dan ben je helemaal klaar. Het animatieteam
bestaat uit jongens en meisjes die in de vakantie wat bijverdienen door jeugd
bezig te houden, maar ze houden vooral elkaar bezig. De groep krijgt een tent
of caravan van de campingbaas en daar hoor je altijd, zelfs midden op de dag,
neukgeluiden. Terwijl iedereen keurig om elf uur het licht uitdoet, is dat de
enige plek waar het de hele nacht onrustig blijft. Met als gevolg dat de heren
en dames overdag niet vooruit te branden zijn en niks beters weten te verzinnen
dan een waterpolowedstrijd.
Waterpolo
In
de 48 jaar dat ik leef ben ik slechts twee mensen tegengekomen die aan
waterpolo deden, maar het animatieteam gaat er vanuit dat elke campinggast over
voldoende techniek en conditie beschikt om zich een uur lang in het diepe
drijvende te houden en voldoende puf over heeft om een bal te gooien.
Ik
heb het meegemaakt dat mijn zoontjes in het kikkerbadje lagen te ploeteren en
er zo’n chagrijnig huppelkutje met twee doeltjes en een bal arriveerde. Ze formeerde
twee teams, floot voor aanvang van de wedstrijd, draaide zich om en begon een
flirterig gesprek met een langslopende jongen, zonder verder acht te geven op
de kinderen. Toen de jongen doorliep pakte ze bal en doeltjes weer op en
vertrok.
De
neiging om ook gewoon weg te lopen is bijna onbedwingbaar als Danny in de
overtuiging is dat hij jou en ook alleen jou moet coachen. Omdat niemand op
zijn positie blijft is er geen enkele reden om linksback te blijven, maar zodra
jij over de middellijn loopt hoor je Danny schreeuwen: ‘Hé Koeman, wel effe op
je plek blijfe.’