Internet heeft zijn langste tijd gehad. Internet is bijzonder, internet is handig, maar internet ontwricht de wereld. Omdat internet de dingen regelt, zoals nerds, of in goed Nederlands: sukkels, het geregeld willen zien.
De nerd, de bedenker van alle foefjes, trucjes en
toepassingen, heeft één doel: hoe kan ik mijn leven zoveel mogelijk regelen vanachter
mijn laptop. De nerd is een loner, een loser, een contactgestoorde weirdo.
Iemand die op de een of andere manier niet bij de echte wereld hoort en die
andere wegen heeft gevonden om te krijgen wat ie wil.
De nerd doet dat goed, want de mogelijkheden van het wereldwijde
web zijn ongekend. Ik verbaas me zowat elke minuut over wat online is te
regelen, maar diezelfde ongekende mogelijkheden helpen de middenstand om zeep, er
is geen muzikant die nog een cent verdient met de cd-verkoop, internet drijft
de media tot wanhoop omdat de meeste mensen vinden dat nieuws gratis is en internet
is er de oorzaak van dat politici meer geïnteresseerd zijn in kekke oneliners
dan beleid maken.
We moeten brood kopen bij de bakker om de hoek. Dat is
duurder en onhandiger, maar de bakker kan er van bestaan. De bakker leest op
zijn beurt de krant waar ik voor werk. De lening voor je huis sluit je af bij
de lokale hypotheekboer en hij stuurt zijn kinderen naar de school waar mijn
vrouw werkt. Zo zit de wereld in elkaar.
Internet verwoest die structuren. Omdat het wezen van internet
asociaal is. Omdat een nerd asociaal is. Omdat een nerd geen boodschap heeft aan
anderen. Een nerd vindt vanachter zijn computer dat alles is geoorloofd, dat je
films voor niks mag downloaden, dat je foto’s, verhalen en om het even wat naar
believen kunt gebruiken. Zonder bronvermelding, zonder verantwoording.
Ik kan een boek schrijven en Google deelt dat zonder dat mij
als maker van dat oorspronkelijk werk iets wordt gevraagd. Als ik daartegen wil
procederen, wat onmogelijk is omdat ik het geld niet heb, maar stel dat ik dat
zou doen, dan verlies ik dat omdat Google meer en betere advocaten kan inhuren.
Of ze betalen de boete en gaan gewoon door. Kan makkelijk, geld genoeg.
Ik ben kansloos.
We zijn allemaal kansloos. Facebook, Twitter en Google
stellen de regels vast voor internet. Daar wordt evenmin verantwoording voor
afgelegd, dat wordt zo gedaan. Wat wel of niet kan, wordt niet meer bepaald
door een door het volk gecontroleerde overheid. Wat wel of niet mag, dat wordt
bepaald door de nerds van Facebook, Twitter en Google. Wie zij zijn, wie er
achter de knoppen van de servers zit? Geen idee. Ik ken ze niet. Welke
motivatie ze daarbij hanteren? Weet u het, weet ik het.
We vinden het allemaal goed en we doen er allemaal aan mee.
Ik ook, al weet ik eigenlijk nog steeds niet wat ik er van moet vinden. Ik doe
mee, omdat ik niet voor ouderwets, achterlijk of digibeet wil worden
versleten en omdat ik het contact met mijn kinderen niet wil verliezen. Omdat
we denken dat dat de toekomst is. We vinden het trouwens ook erg gemakkelijk.
Daarmee graven we ons eigen graf. Want wij, de mens, bestaan
bij sociale structuren. Wij moeten niet gaan boodschappen via internet omdat
het gemakkelijker is, wij moeten de deur uit, een praatje maken met de juffrouw
van de supermarkt, met de buurman bij de wasstraat, wij moeten elkaar zien,
ruiken en voelen.
Dat verdwijnt. Het is al verdwenen. Ik zie mijn zoons en ik
zie hoe ze met internet omgaan. Ze gamen zelf al niet eens meer. Ze kijken naar
filmpjes van andere jongetjes die aan het gamen zijn en dat van commentaar
voorzien. Het is dommer dan dom, het is een gewauwel van jewelste, afgaand op
wat ze er uit kramen zijn het enorme sukkels, maar in de ogen van mijn zoons
zijn ze goed bezig.
Als ik vraag wat er precies leuk aan is, kunnen ze dat niet
uitleggen. Het maakt al niet eens meer uit dat ze het niet kunnen verklaren. Wie
boeit dat? Die gasten zijn grappig. Punt. Zet dat ding dan uit, ja. Die
discussie voeren we inmiddels elke dag. Er is geen houden aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten