‘Ga even zitten Geert, ja, ja, jaja, oké, já! Oké, Geert, ik hoor je. Het is duidelijk wat je bedoelt. Rustig…, rustig…, nee, Jan, nee, even niet op reageren. Jongens…, Jongens…, Jongens! Kom op, we zijn toch volwassen kerels! Laten we elkaar even geen mietje noemen. Zitten! Iedereen zitten! Harrie, leg die spons maar even neer. Nu! Bert, hier blijven. Als je wegloopt mag je je gaan douchen. Ik wil nu stilte, want het gaat niet goed. Om het eens op zijn Gronings te zeggen: ‘t is kloten van de bok. Met 3-0 achter hebben we nog mazzel. Gezinus, je keept alsof je menstruatiepijn hebt. Nee, niks zeggen, ík ben aan het woord. Ja, ik weet wat je wilt zeggen. Die eerste kon je niks aan doen. Bert, als je terugspeelt op de keeper dan doe je dat om even rust in de ploeg te krijgen, dat moet geen streep vanaf veertig meter in de bovenhoek zijn. En dan ga je zeker niet wild met je armen staan zwaaien, als die bal er nog ingaat ook. Nee, ook jij blijft zitten. Zitten! Ik mag dit zeggen. Geert, mond houden! Ik kom zo bij jou. Want dat verdedigen daar heb ik ook nog een mening over. Mijn demente oma heeft meer tactisch inzicht en als je een sliding inzet is dat niet op kniehoogte en áls je het al in het eigen strafschopgebied doet, dan héb je de bal ook en dan is het géén penalty. Het is te hopen dat die jongen er niks aan over houdt. Onze voorzitter belt vanavond met het ziekenhuis. Bert… Bert… Bert! Ik maak mijn verhaal af. Ik begrijp dat die terugspeelbal uit frustratie was, maar je hebt zelf de actieradius van een slak met reuma. Ik vind: niemand is goed vandaag. Dat kan, maar dan moet er gewerkt worden. Voor elkaar knokken, meters maken. Positief coachen. Korte kreten. Bal! Man! Tijd! Achter Je!. Niet achteraf verhalen tegen elkaar afsteken die de Mahabharata in lengte naar de kroon steken. Derk, van een aanvoerder verwacht ik leiding. Ook van jou hoor ik alleen gemekker en je loopt alsof er vanochtend iemand een koppel eenden uit je lul heeft gezogen. Ik kan me ook niet aan de indruk onttrekken dat niet iedereen gisteravond op de bank heeft gezeten met een glas melk. Ik wéét dat Henk zijn zwemdiploma heeft gehaald en ik zie het als positief dat het hele team op zijn houseparty komt, dat betekent dat de sfeer in wezen goed is, maar daar zie ik niks van terug. Het acceptatievermogen is kut komma kut. Ik zie ouwe wijven die het niet eens kunnen worden of ze op excursie naar het mosterdmuseum gaan of naar de zeehondjes in Pieterburen. En nu ik toch bezig ben: ik werd vanochtend gebeld, ik zeg niet door wie en die zei dat jullie daarna zijn wezen karaoken in de Benzinebar. Het kan aan mij liggen, maar ik heb een ander idee van een goede voorbereiding. Ik heb er voor de wedstrijd niks van gezegd, want ik wilde weten of jullie echte kerels waren. Dat valt me tegen. Nee, Gezinus, geen gejamaar! Verliezers hebben een excuus, winnaars een verhaal. Wie ’s nachts met zijn paasbrood wil zwaaien moet ook ’s ochtends de eieren voor zich uit joekelen. O ja, Harm, dat doel is dat ding met die twee witte rechtopstaande stangen en die liggende stang erop. Het is drie keer voorgekomen dat jij schoot en de tegenstander vervolgens mocht ingooien. Het gaat niet om kansen, het gaat om goals. Ik wil een paar dingen afspreken: we gaan knokken en we gaan simpel spelen. Ik wil geen Evert meer zien die op de eigen doellijn iemand tussen de benen doorspeelt en verbaasd is dat het ineens 0-3 is. Rust in de ploeg en mondje dicht tegen de scheids, die man doet ook zijn best en speel mekaar strak in de voeten aan, niet met zeikerige stiffies. Ik wil godverdejanpeerdekeurel de tweede helft zien dat er voor mekaar gewerkt wordt. Ja, scheids we komen. Beuk hem door de panty!’
woensdag 18 juni 2014
Oerol WK-column 6: In de rust
Met Meindert Talma verzorg ik tijdens Oerol de Wonderlijke WK Voetbalshow. Daarvoor schrijf ik een dagelijkse column. Hierbij die van dinsdag 18 juni 2014. In afwachting van van Nederland - Australië geen nieuwe, maar wel een die in de voorstelling zit: In de rust.
‘Ga even zitten Geert, ja, ja, jaja, oké, já! Oké, Geert, ik hoor je. Het is duidelijk wat je bedoelt. Rustig…, rustig…, nee, Jan, nee, even niet op reageren. Jongens…, Jongens…, Jongens! Kom op, we zijn toch volwassen kerels! Laten we elkaar even geen mietje noemen. Zitten! Iedereen zitten! Harrie, leg die spons maar even neer. Nu! Bert, hier blijven. Als je wegloopt mag je je gaan douchen. Ik wil nu stilte, want het gaat niet goed. Om het eens op zijn Gronings te zeggen: ‘t is kloten van de bok. Met 3-0 achter hebben we nog mazzel. Gezinus, je keept alsof je menstruatiepijn hebt. Nee, niks zeggen, ík ben aan het woord. Ja, ik weet wat je wilt zeggen. Die eerste kon je niks aan doen. Bert, als je terugspeelt op de keeper dan doe je dat om even rust in de ploeg te krijgen, dat moet geen streep vanaf veertig meter in de bovenhoek zijn. En dan ga je zeker niet wild met je armen staan zwaaien, als die bal er nog ingaat ook. Nee, ook jij blijft zitten. Zitten! Ik mag dit zeggen. Geert, mond houden! Ik kom zo bij jou. Want dat verdedigen daar heb ik ook nog een mening over. Mijn demente oma heeft meer tactisch inzicht en als je een sliding inzet is dat niet op kniehoogte en áls je het al in het eigen strafschopgebied doet, dan héb je de bal ook en dan is het géén penalty. Het is te hopen dat die jongen er niks aan over houdt. Onze voorzitter belt vanavond met het ziekenhuis. Bert… Bert… Bert! Ik maak mijn verhaal af. Ik begrijp dat die terugspeelbal uit frustratie was, maar je hebt zelf de actieradius van een slak met reuma. Ik vind: niemand is goed vandaag. Dat kan, maar dan moet er gewerkt worden. Voor elkaar knokken, meters maken. Positief coachen. Korte kreten. Bal! Man! Tijd! Achter Je!. Niet achteraf verhalen tegen elkaar afsteken die de Mahabharata in lengte naar de kroon steken. Derk, van een aanvoerder verwacht ik leiding. Ook van jou hoor ik alleen gemekker en je loopt alsof er vanochtend iemand een koppel eenden uit je lul heeft gezogen. Ik kan me ook niet aan de indruk onttrekken dat niet iedereen gisteravond op de bank heeft gezeten met een glas melk. Ik wéét dat Henk zijn zwemdiploma heeft gehaald en ik zie het als positief dat het hele team op zijn houseparty komt, dat betekent dat de sfeer in wezen goed is, maar daar zie ik niks van terug. Het acceptatievermogen is kut komma kut. Ik zie ouwe wijven die het niet eens kunnen worden of ze op excursie naar het mosterdmuseum gaan of naar de zeehondjes in Pieterburen. En nu ik toch bezig ben: ik werd vanochtend gebeld, ik zeg niet door wie en die zei dat jullie daarna zijn wezen karaoken in de Benzinebar. Het kan aan mij liggen, maar ik heb een ander idee van een goede voorbereiding. Ik heb er voor de wedstrijd niks van gezegd, want ik wilde weten of jullie echte kerels waren. Dat valt me tegen. Nee, Gezinus, geen gejamaar! Verliezers hebben een excuus, winnaars een verhaal. Wie ’s nachts met zijn paasbrood wil zwaaien moet ook ’s ochtends de eieren voor zich uit joekelen. O ja, Harm, dat doel is dat ding met die twee witte rechtopstaande stangen en die liggende stang erop. Het is drie keer voorgekomen dat jij schoot en de tegenstander vervolgens mocht ingooien. Het gaat niet om kansen, het gaat om goals. Ik wil een paar dingen afspreken: we gaan knokken en we gaan simpel spelen. Ik wil geen Evert meer zien die op de eigen doellijn iemand tussen de benen doorspeelt en verbaasd is dat het ineens 0-3 is. Rust in de ploeg en mondje dicht tegen de scheids, die man doet ook zijn best en speel mekaar strak in de voeten aan, niet met zeikerige stiffies. Ik wil godverdejanpeerdekeurel de tweede helft zien dat er voor mekaar gewerkt wordt. Ja, scheids we komen. Beuk hem door de panty!’
‘Ga even zitten Geert, ja, ja, jaja, oké, já! Oké, Geert, ik hoor je. Het is duidelijk wat je bedoelt. Rustig…, rustig…, nee, Jan, nee, even niet op reageren. Jongens…, Jongens…, Jongens! Kom op, we zijn toch volwassen kerels! Laten we elkaar even geen mietje noemen. Zitten! Iedereen zitten! Harrie, leg die spons maar even neer. Nu! Bert, hier blijven. Als je wegloopt mag je je gaan douchen. Ik wil nu stilte, want het gaat niet goed. Om het eens op zijn Gronings te zeggen: ‘t is kloten van de bok. Met 3-0 achter hebben we nog mazzel. Gezinus, je keept alsof je menstruatiepijn hebt. Nee, niks zeggen, ík ben aan het woord. Ja, ik weet wat je wilt zeggen. Die eerste kon je niks aan doen. Bert, als je terugspeelt op de keeper dan doe je dat om even rust in de ploeg te krijgen, dat moet geen streep vanaf veertig meter in de bovenhoek zijn. En dan ga je zeker niet wild met je armen staan zwaaien, als die bal er nog ingaat ook. Nee, ook jij blijft zitten. Zitten! Ik mag dit zeggen. Geert, mond houden! Ik kom zo bij jou. Want dat verdedigen daar heb ik ook nog een mening over. Mijn demente oma heeft meer tactisch inzicht en als je een sliding inzet is dat niet op kniehoogte en áls je het al in het eigen strafschopgebied doet, dan héb je de bal ook en dan is het géén penalty. Het is te hopen dat die jongen er niks aan over houdt. Onze voorzitter belt vanavond met het ziekenhuis. Bert… Bert… Bert! Ik maak mijn verhaal af. Ik begrijp dat die terugspeelbal uit frustratie was, maar je hebt zelf de actieradius van een slak met reuma. Ik vind: niemand is goed vandaag. Dat kan, maar dan moet er gewerkt worden. Voor elkaar knokken, meters maken. Positief coachen. Korte kreten. Bal! Man! Tijd! Achter Je!. Niet achteraf verhalen tegen elkaar afsteken die de Mahabharata in lengte naar de kroon steken. Derk, van een aanvoerder verwacht ik leiding. Ook van jou hoor ik alleen gemekker en je loopt alsof er vanochtend iemand een koppel eenden uit je lul heeft gezogen. Ik kan me ook niet aan de indruk onttrekken dat niet iedereen gisteravond op de bank heeft gezeten met een glas melk. Ik wéét dat Henk zijn zwemdiploma heeft gehaald en ik zie het als positief dat het hele team op zijn houseparty komt, dat betekent dat de sfeer in wezen goed is, maar daar zie ik niks van terug. Het acceptatievermogen is kut komma kut. Ik zie ouwe wijven die het niet eens kunnen worden of ze op excursie naar het mosterdmuseum gaan of naar de zeehondjes in Pieterburen. En nu ik toch bezig ben: ik werd vanochtend gebeld, ik zeg niet door wie en die zei dat jullie daarna zijn wezen karaoken in de Benzinebar. Het kan aan mij liggen, maar ik heb een ander idee van een goede voorbereiding. Ik heb er voor de wedstrijd niks van gezegd, want ik wilde weten of jullie echte kerels waren. Dat valt me tegen. Nee, Gezinus, geen gejamaar! Verliezers hebben een excuus, winnaars een verhaal. Wie ’s nachts met zijn paasbrood wil zwaaien moet ook ’s ochtends de eieren voor zich uit joekelen. O ja, Harm, dat doel is dat ding met die twee witte rechtopstaande stangen en die liggende stang erop. Het is drie keer voorgekomen dat jij schoot en de tegenstander vervolgens mocht ingooien. Het gaat niet om kansen, het gaat om goals. Ik wil een paar dingen afspreken: we gaan knokken en we gaan simpel spelen. Ik wil geen Evert meer zien die op de eigen doellijn iemand tussen de benen doorspeelt en verbaasd is dat het ineens 0-3 is. Rust in de ploeg en mondje dicht tegen de scheids, die man doet ook zijn best en speel mekaar strak in de voeten aan, niet met zeikerige stiffies. Ik wil godverdejanpeerdekeurel de tweede helft zien dat er voor mekaar gewerkt wordt. Ja, scheids we komen. Beuk hem door de panty!’
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten