We lieten ze Nederland zien. Ons land. Het land van koeien,
bruggen en molens en de NS-trein. Het hondekop-model. Zelfs in Legoland loopt
de Nederlandse Spoorwegen hopeloos achter. Amerika, Zweden, de grote haven, mijn
zoons liepen er op tempo langs. Ook de dierentuin, met giraffes en olifanten en
zo, waar peuters in een safarijeepje doorheen tufden, was slechts goed voor een
snelle blik.
Star Wars
Ik keek door hun ogen en zag wat zij zagen. Knap nagebouwde
stadsdelen, industriegebieden en andere highlights uit de wereld en Star Wars
en de Space Shuttle werden twee keer bekeken, maar de bruggetjes die hortend en
stotend opengingen en autootjes die schokkerig rondjes reden zagen er stumperig
uit. Je moest weten wat het was, om het vakmanschap in de details op waarde te
kunnen schatten. Maar deze jongetjes van zeven en tien kenden Mount Rushmore
nog niet. Ze wilden actie.
Bij een scene uit de Clone Wars kwam er een beetje rook
onder een steen vandaan.
‘Wat is dat?, vroeg Reyer.
‘Rook’, zei ik.
‘Waarom is dat?’, vroeg Reyer.
‘Weet ik niet.’
Ik hou niet van de achtbaan
Ik hou niet van de achtbaan, maar ben er drie keer in
geweest. Twee keer in de Extreme Racers en ik heb me nat laten spuiten, gleed drie
keer van een waterval, moest een jongetje troosten omdat de meneer bij het
ballengooien (je kon een grote Minion winnen) te streng was en vloekte in
Legoredo Town op zijn Gronings bij de rekening voor een kleintje bier, een rode
wijn, twee grote cola en een bordje Lego-vormige patat: 32 euro.
Maar we gingen tijdens de Mei-vakantie zelfs twee keer naar
Legoland. Op dinsdag en donderdag van Virklund naar Billund, een kilometertje
of vijftig door glooiend akkerlandschap. Boerderijtje hier, boompjederij daar,
nu en dan een trekker, nu en dan een mens. Net Groningen, maar dan opgeruimder.
Het was zes jaar geleden dat we die route reden. De oudste
was vier, de jongste tien maanden. We sleepten met de wandelwagen, met luiers
en met flesjes en je moest overal met de neus bovenop. Het was dit keer leuker.
Geen kind aan je kind
Je hebt geen kind meer aan je kind. Legoland is met de tijd
meegegaan. Legoland biedt vertier, vooral voor jong. Voor wie het wil zien is
er veel te zien, maar er is nog meer te doen in Knights’ Kingdom, Pirate Land,
Seat Traffic School, Adventure Land, Polar Land en Atlantis en nog veel meer te
eten en te drinken in The Hot Dog Company, Thai To Go, Outpost Grill Chicken
& Ribs en Polar Pizza & Pasta en ik telde dertien shops. O ja, er waren
pinguïns. Echte.
Uiteraard eindigden we in de grote Lego Shop. De treinset
die bij Intratoys en Bart Smit in Hoogezand-Sappemeer op zeker moment 149 euro
was, deed daar 200 euro. Goedkoop is anders, maar uiteraard gingen we niet met
lege handen naar huis. Om met mijn vrouw te spreken: ‘Ik vind niet dat je hier
zonder Lego weg kunt.’
Legoland is Legoland
Legoland is Legoland, overal zie je het overbekende logo,
dat sinds de jaren dat ik mijn eerste doosje kreeg nagenoeg hetzelfde is
gebleven, maar met Lego had het allemaal weinig meer te maken. Ik moest denken
aan waar ik mee speelde, meer dan veertig jaar geleden. Simpele blokjes waarvan
je simpele auto’s maakte met simpele functies. De fantasie deed de rest.
De eigen fantasie is ingeruild tegen voorgekookte actie. De
mannen renden van de ene naar de andere attractie, waren niet uit de Pirate
Carousel te slaan, wilden keer op keer in de Viking River Splash, lieten me zes
keer op de kop hangen in de Ice Pilots en sleepten hun moeder in de rij voor de
Pirate Wave Breaker en terwijl ik niet wist of ik moest lachen of huilen werden
we bij de uitgang geknuffeld. We waren de liefste ouders ter wereld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten