Noordhorn besloot te zwijgen.
Dat had overigens minder met Plasterk te maken dan met de
Groningers zelf, wier doen en laten wordt gesierd door een enorme
bescheidenheid. Er zijn weinig noorderlingen die graag op de voorgrond staan en
spraakzaam zijn.
Helemaal in de buurt van een politicus. Je weet immers nooit
of een opmerking of losse gedachte in een onbewaakt ogenblik niet later tegen
je wordt gebruikt.
Wat de lokale bestuurders probeerden, wat de Groninger niet
wil, dat wil hij niet, met als gevolg dat Plasterk van Noordhorn – via Aduard –
naar Den Horn wandelde met naast zich de usual
suspects: burgemeester, wethouders, raadsleden. Daarachter het gewone volk,
keuvelend over de laatste roddels en nieuwtjes.
De minister, open als hij was, trok zich op zijn beurt niets
aan van het advies van de burgemeester en mengde zich toch onder het volk. Tevergeefs.
De gesprekken staakten met hem in de buurt. De Noordhorners knikten weliswaar
vriendelijk, de kaken bleven op elkaar. Nieuwtjes en roddels moesten vooral in
het dorp blijven.
In een laatste poging het ijs te breken vroeg Plasterk aan
de eerste de beste wat die er nu van vond.
Het antwoord was kort: ‘Wij vinden niks, meneer de minister.
Wij zien wel.’
(Uitgesproken in de nacht van 10 op 11 februari 2014, in het VPRO-radioprogramma Nooit Meer Slapen in de rubriek 'Schrijvers over de actualiteit'. Opgetekend op de vooravond van het debat waarin Plasterk zich moet verantwoorden voor zijn uitspraken over de 1,8 miljoen afgeluisterde telefoontjes. In plaats van daar in oktober iets over te zeggen had hij beter kunnen zwijgen. Hoewel bovenstaande fictie is, heeft het bezoek van Plasterk aan Noordhorn echt plaatsgevonden, in april 2013. Te beluisteren via deze link, na het journaal van 01.00 uur)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten