Toch de Zoon van God
In een volksgericht dat zijn gelijke niet kent in de
geschiedenis van de mensheid en waarvoor we nog steeds boete doen (onder meer
met anderhalf uur kijken naar Jack van Gelder) werd Jezus Christus op 33-jarige
leeftijd ter dood veroordeeld. In het jaar 34. Onze jaartelling begon immers
met zijn geboorte.
Hij stierf op Goede Vrijdag. Aan het kruis. Een marteldood.
Naast hem twee misdadigers, want hij was een gevaarlijk sujet. Omdat Jezus zei
de Zoon van God te zijn. Daarnaast haalde hij hogepriesters en schriftgeleerden
het bloed onder de nagels weg, door hun autoriteit te ondermijnen en het ware
geloof te prediken. Dat pikten ze niet van een timmermanszoon.
God had lang daarvoor hemel en aarde geschapen, met de mens
als ultieme kroon. Maar nadat Adam en Eva, verleid door de slang (de Duivel,
naar men aanneemt), proeven van de boom van kennis van goed en kwaad, terwijl
God dat uitdrukkelijk verboden had, gaat het mis met de mens. Iedere geborene
is belast met de erfzonde. Hoogmoed, hebzucht, lust, jaloezie, onmatigheid,
wraakzucht en luiheid, we hebben het in ons, met verstrekkende gevolgen.
God is daar op zeker moment klaar mee. Jezus, geboren uit de
maagd Maria, moet orde op zaken stellen. De profeet Elia had zijn komst ook voorspeld,
maar volgens de hogepriesters en schriftgeleerden kon dat onmogelijk deze
figuur zijn. Daarom werd hij, net voor Pasen, in de val gelokt.
Zijn verhaal (volgens de evangelieën van Matteüs, Lucas,
Johannes en Marcus) is een kroniek van een aangekondigde dood. Jezus wist wat
ging komen. Hij gaat sterven om onze schuld (erfzonde) in te lossen. Bij het
eten met zijn twaalf discipelen meldt hij dat dit zijn laatste avondmaal is, dat
Judas hem zal verraden en dat Petrus hem, voordat de haan kraait, drie keer zal
verloochenen.
Wanneer ze na het eten naar de Olijfberg gaan en zijn
volgelingen tot zijn verdriet in slaap vallen, bidt Jezus tot God: of de beker aan
hem voorbij mag gaan. Behalve als het echt niet anders kan. Immers: ‘Uw wil
geschiede.’
Een groep mensen met voorop Judas komt hem halen en brengt
hem naar het huis van hogepriester Kajafas. De volgende dag, voor de raad van
oudsten, wordt de vraag gesteld: ‘Jij bent dus de Zoon van God?’
‘Jullie zeggen het: dat ben ik.’
Ze brengen hem naar landvoogd Pontius Pilatus. Die vindt het
te weinig om hem ter dood te veroordelen. Herodes, die over Galilea gaat, waar
Jezus vandaan komt, moet maar beslissen. Ook Herodes kan er niks mee en stuurt
hem terug. Pilatus laat dan het volk de keus tussen Jezus en moordenaar Barrabas.
Het volk is vrij helder: ‘Kruisig Hem.’
Hij werd ’s ochtends over de Kruisweg naar Golgotha geleid, kreeg
een mantel, een doornenkroon, werd bespot en soldaten dobbelden om zijn kleren.
Boven zijn hoofd een plankje: ‘Dit is de Koning der Joden’. Na een aantal
uitspraken (de kruiswoorden), waaronder ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt gij
mij verlaten?’ sterft hij na negen uur, waarin het langzaam aardedonker wordt.
Als dan de voorhang van de tempel scheurt, de aarde splijt en de doden
ontwaken, verzucht een honderdman. ‘Dit was toch de Zoon van God.’
Naschrift: Zoals eigenhandig voorspeld herrees Jezus op de derde dag, instrueerde in de veertig dagen tussen Pasen en Pinksteren zijn discipelen over hoe verder, stuurde de Heilige Geest en voer ten hemel.
Lijkt me correct. Maar één ding houdt me bezig. Als de Heer ons van de Zonde kan verlossen, waarom dan niet van Jack van Gelder en de EO?
BeantwoordenVerwijderenRob Engelsman