Pierce
was de charismatische zanger van The Gun
Club, die dankzij veel drank en veel drugs, een heftig, maar kort leven
leidde. Zijn grillig karakter maakte dat hij met de regelmaat van de klok
muzikanten ontsloeg, dan wel de band ontbond, om even later opnieuw te beginnen.
Met dezelfde muzikanten.
The
Gun Club boekte met hun opzwepende mix van punk, country en blues nooit een
commercieel succes, maar is van grote invloed geweest, tot en met The White
Stripes. Mensema bevond zich in 1996
in Ogden, op een kilometer of tien van Salt Lake City,
op het moment dat Pierce daar op 37-jarige leeftijd de laatste adem uitblies.
Mensema
was evenals Pierce geïntrigeerd door het fenomeen ‘double exposure’: ‘hoe je
gelijktijdig je werkelijke leven beleeft en de celluloid-versie van je leven,
zoals het zich in je hoofd afspeelt’. Dat er dus twee werelden naast elkaar
bestaan. Zijn herinnering aan die avond in Utah is ongeveer zo opgezet en
terwijl ik het las bedacht ik me dat we dat fenomeen eveneens in de
voetballerij kennen. Ik zou bijna zeggen: we hebben het tot kunst verheven.
Je
schiet op doel en je denkt: die bal vliegt lekker in de bovenhoek, maar in
werkelijkheid is het een ingooi. Je ziet even later je teamgenoten met
zwaaiende armen op je afstekkeren, om je toe te juichen vanwege weer zo’n
fantastische goal, maar als je echt luistert hoor je gevloek en getier omdat je
voor de zoveelste keer voor eigen succes bent gegaan, in plaats naar Rudy te
spelen.
Een
voetballer heeft in de regel ook een andere beleving van de wedstrijd dan de
omgeving: ‘Nee hoor, ik heb niet gefaald. Heb je gezien hoeveel bespeelbare
ballen ik kreeg? Henk liet telkens zijn man lopen, niet ik. Ja, je kunt zeggen
dat zij feller in de duels waren, je kunt ook zeggen dat het een schopploeg was.’
Ik
had er zondags mee te maken, in de jaren dat ik medewerker was op de
sportredactie van het Groninger Dagblad. Dan belde je een trainer die met 6-1
had verloren en dan was het: ‘Weggespeeld? Nee man, hoe kom je erbij? Wij waren
veel beter. Gewoon een laffe counterploeg.’
Wat
ik me nog meer realiseerde was dat de voetballerij nauwelijks figuren als
Pierce kent. Er zal nooit een boek als Go
Tell The Mountain of een documentaire als Ghost on The Highway: A Portrait of Jeffrey Lee Pierce and The Gun Club
verschijnen over Jan van Halst, om eens iemand te noemen.
Alle
trainers roepen dan meteen ‘gelukkig niet’, maar een beetje rock ’n roll kan
geen kwaad. Grillige mensen met een gemoed dat op de been wordt gehouden door
uppers en downers en die liters drank nodig hebben om hun demonen de baas te
kunnen.
Laten
we eerlijk zijn: het is nu nogal saai in de voetbalwereld. Zie de berichten in
de kranten en op tv. Het gaat over gewonnen en verloren wedstrijden, een
trainer die komt en gaat en een speler die in of uit vorm is, of voor een paar
euro meer naar een andere club gaat. Best belangrijk, edoch: slaapverwekkend.
Het
lijkt vergezocht, maar ik heb me altijd verbaasd over hoe een voetballer binnen
en buiten het veld kon verschillen. Met een bal aan de voet koppelden ze brille
aan lef, resulterend in fantastische doelpunten en wedstrijden, na het douchen
dronken ze een cola, reden in hun Opel Astra naar huis en keken’s avonds naar
de Showbizzquiz. Een popster gedraagt zich 24 uur per dag als een gevaarlijke
gek.
Je
leest nooit over een spits die na zijn drie doelpunten tegen Buinerveen in de
jurk van de vrouw van de voorzitter in de lichtmast klimt, daar een fles Wild
Turkey bourbon achteroverslaat, iedereen voor rotte vis uitmaakt, op weg naar
beneden uit de mast flikkert en met bebloed gezicht en met medeneming van de
zestienjarige dochter van de elftalleider in zijn gedeukte Chevrolet koers zet
naar Café Veldzicht in Vledderveen, in de volksmond Café Hennie Bos, om drie
dagen later wakker te worden langs het Boerendiep, niet wetende wie hij is en
waar hij is. Als zijn club al een mededeling over zijn afwezigheid doet, is het
dat hij een spiertje heeft verrekt.
Een
enkele keer lees je over excessen, maar dan vooral uit Engeland. Het gaat
altijd over het vreemdgaan van Peter Crouch en Ryan Giggs. Niet echt
spectaculair. Wayne Rooney wil er tijdens een stapavond nog wel eens op los
meppen, maar dat doen alle Engelsen. Alleen Paul Cascoigne is een destructieve
geest. In Nederland blijkt het helemaal behelpen.
Johnny
Heitinga danst in een nachtclub in Brazilië. Nou, geweldig. Geef mij dan die
keeper van Den Haag maar, die door zijn vriendin van achter werd genomen,
waarna zij het op YouTube zette. Goed, je staat er gekleurd op, maar je
probeert eens wat. Die keeper is een uitzondering. De Nederlandse voetbalwereld
is Dirk Kuijt. Boring.
Eerlijk
is eerlijk, ook van mijn leven druipt de glamour niet af. Om de doodeenvoudige
reden dat ik er net als iedereen graag over lees, maar zelf bang ben voor een
eenzame dood in een schaars verlichte ziekenhuiskamer in Utah, met alleen de
nachtzuster naast het bed, terwijl tien kilometer verderop een Groningse
schrijver zit te schelden op een blaffende hond.
Ha Herman! Wat te denken van (alweer een Engelsman) George Best. Excessief en ultieme R&R, me dunkt.
BeantwoordenVerwijderenHartelijke groet,
Rudy Lentze