We dronken er bier uit de fles en – dat was ik vergeten,
maar mijn vriend Jaap herinnerde me er aan – we aten er tosti’s. Tenminste, als ze niet op waren. Of als de dienstdoende barman geen zin had ze te maken. Dat was ook mogelijk. Je moest bier drinken en verder niet moeilijk doen.
Jos, de huidige beheerder, schudde het hoofd, toen ik vanaf
het podium vroeg of ze nu ook nog tosti’s maakten.
,,Bitterballen den?’’
,,Ook nait.’’
De presentatie was zoals ik had gehoopt. Het publiek bestond
uit een handjevol stadse celebrities, de burgemeester van Slochteren, een
handjevol familie, een handjevol vrienden die ik in een jaar en in sommige
gevallen in 25 jaar niet had gezien en en een handjevol mensen dat gewoon was komen aanwaaien.
Tot en met een nichtje van mijn moeder bij wie mijn vrouw en ik op een goede
dag Spezzantino gaan eten.
Ik ben altijd bang dat op het moment van aanvang van zo’n
presentatie de uitgever en ik elkaar angstvallig aankijken. Dat bleef ons bespaard. Goed, het was geen Project X, maar er was volk
zat. Meindert Talma zong de liedjes waar ik op had gehoopt, Bert Wagendorp zei
dingen over mij die ik nog maar eens goed moet nalezen, ik las twee stukjes voor en
nu ligt er weer een boek.
Tot mijn genoegen zag ik dat mijn oudste zoon voor aanvang
in een van de banken hing, zoals het een jongere in een jongerencentrum betaamt. De
Kwinne betekent dan ook (t)huis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten