Mijn vader vroeg, toen ik bij de Groninger Gezinsbode werkte, elke week of ik nog bij FC Groningen was geweest. Hij dacht dat we zeven dagen per week met de hele redactie op het stadion zaten. Dat was niet zo.
Ik kwam er nooit. Ik schreef
over cultuur, maar dat kwam niet bij hem binnen. Hij kon zich niet voorstellen dat daar
droog brood mee te verdienen was. Daarbij: wat moest je ermee? Voetbal, daar draaide alles om.
Ik kan mijn vader geruststellen
nu. Met een beetje geluk zit ik vanaf elke week in de Euroborg. Na de archieven
van de NDC te hebben doorgespit ben ik nu toe aan wat er op de burelen van FC
Groningen aanwezig is. Dat is veel. Heel veel. Ook over Milko Djurovski.
Milko Djurovski in Groningen was
een geschenk voor alle journalisten die over voetbal schreven. Alleen al in het
NDC-archief kreeg ik op zijn naam 644 hits. Dat is veel voor een periode van
vier jaar. 644 gedeeld door vier keer 52 weken is drie keer per week in de
krant. In aanmerking genomen dat er de helft van het jaar niet gevoetbald
wordt, kwam hij dus zes keer per week in de krant. Dat waren niet de
opstellingen.
De thematiek is overigens
beperkt. Hij was geblesseerd, hij stond weer met de handen in de zij, hij scoorde
weergaloos, hij wilde een transfer.
De communis opinio was even
eensluidend: kan fantastisch voetballen, laat het te weinig zien, leeft er maar
op los.
Groningen had gewaarschuwd
moeten zijn. Het oudste artikel dat ik kon vinden, van 13 mei 1986, heeft als
kop: ‘Joegoslaven wegens cafébezoek geschorst.’
Het zal geen verrassing zijn dat
een van die Joegoslaven Milko Djurovski heette. Met doelman Ranko Stojic stortte
hij zich op de avond voor een vriendschappelijke wedstrijd van Joegoslavie
tegen toen nog West-Duitsland in het nachtleven van Bochum.
Mijn eerste gedachte was:
Nachtleven in Bochum?
De bondscoach was not amused. De
heren werden voor onbepaalde tijd geschorst.
Wij hebben nu goede
herinneringen aan hem, maar het ging in de eerste maanden helemaal niet goed
met Milko in Groningen.
De Macedoniër, toen nog Joegoslaaf,
scoorde pas op 21 oktober 1990 tegen SVV (2-2) zijn eerste goal. Het
wedstrijdverslag in het Nieuwsblad van het Noorden van een dag later vertelt
het hele verhaal.
‘Milko Djurovski had een groot
aandeel in de Groninger produktie. De Joegoslaaf, die tot dusver slechter
speelde dan FC Groningen terwijl hij als individualist werd geacht beter te
spelen dan zijn ploeg, leek aanvankelijk af te rekenen met zijn ondermaatse
start in het in het Oosterpark. Hij zond eerst Ten Caat op maat in de diepte,
waarna de kilometervreter beheerst afrondde: 1-1. En vervolgens scoorde hij zijn
eerste treffer in Nederland, wat hem betreft het begin van een doorbraak naar
de hogere regionen van de nationale topscorerslijst.
(…) Djurovski was uitgelaten en
ook bij het publiek kwamen alle hoge verwachtingen weer los, getuige de staande
ovatie. In de loop van de tweede helft zakte hij echter terug naar de
anonimiteit, net als heel FC Groningen.
Zijn optredens leidden soms tot
poëtische observaties. Zoals van Joost Galema in zijn verslag van Fortuna-FC
Groningen in De Krant op Zondag: ‘De Joegoslavische dribbelaar Milko Djurovski
sjokte over het gras als een mismoedige kolenmijnwerker, die afgepeigerd uit de
nachtdienst komt.’
Hoewel het met de FC uitstekend
gaat, moet algemeen manager Henk Nienhuis zich nadrukkelijk met de Macedoniër
bemoeien om hem aan de club en de club aan hem te laten wennen. Ook Jan van
Dijk en Jos Roossien investeren in hem.
Met resultaat.
De doorbraak komt op het
trainingskamp in Marbella die winter. Het Nieuwsblad van het Noorden constateert
op 12 januari 1991, vanuit Spanje: ‘Zelfs Milko Djurovski staat niet langer ter
discussie, de Joegoslavische vedette is met al zijn nukken een geaccepteerd
verschijnsel. (…) Iedereen beseft het: dat eigenzinnige karakter van hem
veranderen is zoiets als de tandpasta proberen terug te duwen in de tube.
Journalist Bouke Nielsen ziet ook
dat hij het wel kan. Als hij geprikkeld wordt: ‘…wanneer hij op de training ook
maar even wordt getart, dan laat hij onmiddellijk zijn klasse blijken. Tijdens
een oefeningenserie, waarbij met twee keer raken afgewerkt moet worden, scoort
Djurovski na drie keer raken. Doelman Lodewijks reageert heftig: ,,Telt niet,
drie keer geraakt.’’
De volgende bal jaagt de
geprikkelde Joegoslaaf in een keer het kruis in en Lodewijks kan slechts
machteloos toekijken.
Een andere observatie van
Nielsen: ‘Djurovski staat intussen midden in de groep en toont permanent zijn
gulle hart. Al staan er dertig man om hem heen in de lounge, hij bestelt voor
iedereen wat te drinken. En waag het niet zijn aanbod af te wijzen. Algemeen
directeur Henk Nienhuis is de goedgeefsheid een doorn in het oog, want hij is
bang dat de Joegoslaaf op die wijze alleen maar profiteurs om zich heen
verzamelt ,,En daarom moet je hem ook tegen zichzelf in bescherming nemen.’’’
Daarna gaat het goed, zij het
niet constant. Thuis tegen SC Heerenveen (3-0) registreerde verslaggever Harrie
Hesseling dat er zoveel kansen worden gemist dat het bijna hilarisch wordt: ‘De
vaak onpeilbare Milko Djurovski spande hierbij de kroon. Zijn serie missers van
uitzonderlijk kaliber zorgden, bij gebrek aan spanning, zelfs voor het meeste
vertier op de tribunes. Toch kreeg de Joegoslaaf de bal warempel nog een keer
achter doelman Swager, die eerder door Veenhof en Huizingh was gepasseerd.’
FC Groningen doet nadrukkelijk
mee dat seizoen en tart de hegemonie van Ajax en PSV. Al houdt iedereen een
slag om de arm. Milko Djurovski is de enige die hardop roept voor de titel te
gaan. Hij was met Rode Ster Belgrado en Partizan Belgrado niet anders gewend.
Een cruciale wedstrijd is die
tegen Amsterdam, in De Meer. Groningen heeft Ajax op de knieën, drukt alleen
niet door. Dáár lieten de groen/witten het liggen en hoewel in mijn
herinneringen Milko in die partij een half elftal vrij voor keeper Stanley
Menzo zet, krijgt hij slechts een 6. Het hele elftal komt trouwens niet boven
de 7 uit.
Bouke Nielsen, de verslaggever
van dienst verklaarde dat later met: ,,Als je een vedette bent moet je in zo’n
wedstrijd het verschil maken. Hij maakte het niet gewoon af.’’
De berichten over Milko gingen
niet alleen over voetballen. Zelfs zijn rijlessen haalden de krant. Hij had een
rijbewijs, maar verspeelde dat omdat hij na militaire dienst vergat het te
laten verlengen. Zijn idee was dat hij het papiertje sneller hier kon halen dan
via de Joegoslavische papiermolen,
Volgens Henk Nienhuis verliepen
de rijlessen op bijzondere wijze: ,,Zo schijnen in Joegoslavie paarden in het
verkeer zowat vogelvrij te zijn. Dus reed Milko in zijn eerste les bijna een
politie te paard van de sokken. Zijn lessen verlopen nogal chaotisch, hij is
vrij wild achter het stuur. Zijn rij-instructeur heeft er moeite mee om Milko
enige verkeersdiscipline bij te brengen.’’
Hij slaagde overigens in een
keer voor het praktische gedeelte (over de theorie deed hij twee keer), maar
rijschoolhouder Herman Schomaker fronste menigmaal zijn wenkbrauwen: In
Joegoslavië was hij geen fietsers gewend en tijdens de eerste lessen riep hij,
elke keer als een rijwiel zijn pad kruiste: ,Kill, kill.’
Terwijl ik in de archieven zit
is Zora, de tolk bij dit boek, in Belgrado. Ze gaat er de eerste contacten
leggen en zal een boek meenemen. Een boek over de broers Djurovski, over hun
jonge jaren, over hoe ze als kind van onder moeders rokken naar het internaat
van Rode Ster Belgrado gingen. Dat gaat ze vertalen en dat zal een belangrijke
basis worden voor mijn boek. De tijd van Milko in Groningen is goed
gedocumenteerd, maar wat daaraan voorafging, daar ben ik erg nieuwsgierig naar.
O ja, alles in de Euroborg ademt
voetbal en overal zie je de kleur groen. Zelfs op de sandwiches.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten