Zwarte Piet stond voor al het goede dat kinderen overkwam,
maar mensen die ik niet ken, waarvan ik niet weet welke autoriteit
ze bezitten, beweren dat de vrolijk rondspringende knecht het symbool is van
discriminatie, onderdrukking, slavenhandel, kolonialisme, racisme en apartheid.
Sinterklaas, daar deed je het voor in je broek. Maar ik denk
met plezier aan alle Zwarte Pieten die ik in mijn leven ben tegengekomen. Ze
stopten je handen vol pepernoten, lieten je lachen en gaven elk kindje een
cadeautje, al was het nog zo’n klootzak of loser.
Als de stoomboot binnenliep en je zag ze op het dek staan lachen,
dan liepen de rillingen je over de rug. Die angst had niks te maken met dat een
groep donkere mannen in een bootje het land probeerde binnen te komen. Je
huiverde omdat je je geen stomme dingen meer kon veroorloven. Omdat je niet
meer zeker wist of je lief was geweest.
Dat Piet zwart was, was een gegeven. Er bleek in het leven
van elk kind een aantal zekerheden. Je ouders hadden geen seks, alleen bij oma
mocht je cassis, je won nooit wat op de kermis en Zwarte Piet klom door
schoorstenen. Logisch dat hij er zo uitzag. Wat verwachtten we dan? Goed, hij
had een roe en dreigde je in een zak te stoppen, maar is er in de geschiedenis van de viering van dit kinderfeest één kind door
Zwarte Piet geslagen? Is er één kind mee naar Spanje genomen?
Ondanks dat normen en waarden in de Veenkoloniën rekbare
begrippen waren, leidde Zwarte Piet in mijn jonge jaren niet tot discriminatie, onderdrukking, slavenhandel, kolonialisme, racisme en
apartheid van leeftijdsgenoten. Die link kan ik nog steeds niet leggen. Iemand die dat wel doet praat onzin. De reden waarom Piet is is onduidelijk. Al bestaan er verschillende lezingen. Ik noem de bekendste op Wikipedia.
Zwarte Piet is:
Een schoorsteenveger en dus zwart van het roet.
De Ethiopische zwarte slaaf
Piter die door Nicolaas op een slavenmarkt in
Myra werd vrijgekocht.
Een demon die door de heilige
gedwongen wordt goede daden te verrichten.
Een voorchristelijke godheid
die zich moet onderwerpen aan de christelijke sint.
De bedwongen satan, plaatsvervanger
van de overwonnen Wodan, of diens helper Nörvi, de zwarte vader des
nachts.
Een afstammeling van de zwarte
raven Huginn en Munnin, metgezellen van Odin.
Een nazaat van berserkers,
die hun lichaam zwart verfden en dierenhuiden droegen.
Gemodelleerd naar een Saraceen.
Voor geen van deze
verklaringen bestaat sluitend bewijs. Daarbij: geen van alle is racistisch. Wie
zich door Zwarte Piet gediscrimineerd voelt, die wil gediscrimineerd worden.
Dat kan ik zeggen. Ik kom uit Oost-Groningen en mijn
voorvaderen weten wat onderdrukking, discriminatie, slavenhandel, kolonialsime,
racisme en apartheid is. Om Roddy Doyle te parafraseren, wij zijn de negers van
Nederland.
In een doorsnee jaar in het deel van het land waar ik woon
is Sinterklaas naast de Zuidlaardermarkt en Oogstfeest Schildwolde een van de weinige
hoogtepunten, maar het kinderfeest zal vanaf 2014 niet meer hetzelfde zijn. Hoewel het noorden zich wederom manmoedig verzet, sluit ik niet uit dat dit het begin van het einde is. Een oude man met een baard, een
katholieke geestelijke, die wil dat de kinderen bij hem op schoot komen zitten,
daar kun je net zo’n ethische boom over opzetten.
Mijn jongste zoon zal straks naar het Sinterklaas Journaal
willen kijken, maar ik durf het niet aan. Dat wordt niks. Ik overweeg te
verklappen dat Sint niet bestaat. Dat wij het zijn. Een samenzwering van alle
ouders. Het best bewaarde geheim van Nederland. Ik wil hem de gekleurde Pieten
besparen. Ik wil dat mijn kinderen later met weemoed terugdenken aan Zwarte
Pieten.
Zoals ik mijn leven lang het weekje Schiermonnikoog blijf koesteren.
Mijn oudste zoon was klein, de jongste nog niet geboren. Het was in de eerste
week van december. We fietsten door de duinen, zingend van ‘Zwarte Piet ging
uit fietsen’ en als we tegen de wind in schreeuwden dat het een pepernootje was,
gierde Hunter het uit van de pret. Met Blauwe Piet of Blanco Piet krijg je een
heel ander verhaal. Zwarte Piet ging uit fietsen. Punt.
In ons huis blijven we, zo lang ik het voor het zeggen heb,
zingen over Zwarte Piet. Dat doen we uit een oud Sinterklaasboek, waar mijn
vrouw als kind al uit zong. Met plaatjes van Sint op de daken, van een maan die
door de bomen schijnt en jaren vijftig-kinderen die dolblij zijn met een
bromtol, kaatseballen en een letter van banket. Al staan er stokslagen op, al
krijg ik een proces aan de broek, ik blijf geloven in Zwarte Piet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten