zondag 24 december 2017

Een Gronings Kerstverhaal

Maria liep de tuin in en hing beddengoed op de lijn. Het was april, best fris nog, maar het waaide en dat droogde lekker. Toen ze klaar was keek ze, zoals altijd, even over het land.
Zij en haar vriend Jozef, timmerman en zzp-er, woonden sinds kort in een kleine boerderij in het buurtschap Finsterwolderhamrik. Maria hield van de weidsheid van de polder, al was ze bang voor onweer. Als Jozef met een moeilijk gezicht in de verte tuurde en zei: ,,De Dollard pakt hem nait’’, kroop ze in de meterkast.
De jonge vrouw wilde net naar binnen om met het eten te beginnen toen de wind opstak. Het werd ineens heel warm en ze voelde iemand in haar nabijheid.

Marcel Hensema

Ze zag een verschijning. Lijkt wel wat op Marcel Hensema, dacht ze direct.
,,Klopt’’, zei de verschijning, ,,hoor ik vaker.’’
,,Hoe weet jij wat ik denk?’’, vroeg Maria, die niet benauwd was aangelegd.
,,Ik ben een engel. We kunnen gedachten lezen’’, zei de engel.
,,Own’’, zei Maria, ,,dat is wel gemakkelijk zeker?’’
,,Niet altijd’’, zei de engel weer, ,,Het is net Twitter. Je komt om in de informatie, maar er zit weinig tussen waar je echt wat mee kunt. Maar goed, daar kom ik niet voor. Mijn naam is Gabriël en ik heb een boodschap.’’
,,Voor mij? Hoe bedoel je? Is dit voor Banana Split of zo? Staat Frans Bauer hier om de hoek?’’
,,Dat programma bestaat al lang niet meer’’, onderbrak Gabriël haar, ,,maar laat me het even uitleggen. Ik kom namens Hij wiens naam steeds minder genoemd wordt. Als ik straks weg ben, ben jij zwanger van een zoon en je moet hem Jezus noemen.’’

#metoo

,,Hohoho’’, zei Maria, ,,wat zullen we nou beleven? Ik ken jou niet en dit is heel intimiderend. Dit lijkt me een gevalletje #metoo. Los van dat het je geen reet aangaat: het is iets dat Jozef en ik zelf ook nog even zullen beslissen.’’
,,Ik snap je reactie’’, zei Gabriël, ,,maar geloof me: je hebt geen keus. Het zit zo: het gaat niet goed met de wereld. Dat zal geen verrassing zijn. Trump, Kim Jong-Un, Poetin, Erdogan, Assad, al die mannen slaan op hol. En je noemde het zelf al even: er bestaat iets als #metoo. Iemand moet weer orde op zaken stellen en de mens vertellen waar het om gaat. Liefde, omdenken om elkaar, betere zorg, goed openbaar vervoer en onderwijs, zeg de simpele basisdingen.’’
,,Je staat hier in Finsterwolderhamrik’’, constateerde Maria droog, ,,volgens mij moet je in Den Haag zijn, Blaricum of zo, daar wonen mensen waar je meer aan hebt.’’

Gabriël

,,Juist nieat’’, vervolgde Gabriël, ,,het is een en al jakkerderij daar. Een kind heeft baat bij rust, reinheid en regelmaat. Bovendien is hier bijna geen bereik, dus Jezus zit straks niet de hele dag te gamen. Hij kan in alle rust opgroeien. Maar ik praat een beetje voor mijn beurt. Het wijst zich allemaal vanzelf. Het gaat om de zoon van God. Die is redelijk vroeg zelfstandig.’’
Maria vond Gabriël maar een rare vogel en zei eerst niks tegen Jozef. Pas toen de jonge vrouw een week later toch zwanger bleek vertelde ze wat er was gebeurd. Plus dat Gabriël het een onbevlekte ontvangenis noemde.
De timmerman geloofde er geen biet van: ,,Op de LTS heb ik bij biologie niet altijd even goed opgelet, maar ik weet wel dat DIT niet kan. Een engel die op Marcel Hensema leek? Ik vind dit heel vreemd, Maria.’’

Stiefkop

De twee kregen ruzie. Hij noemde haar een hoer. Zij vond hem een stiefkop, met klei tussen de oren in plaats van verstand.
,,Come on nou toch Maria’’, zei Jozef, ,,Zwanger raken kan maar door één ding en dat hebben nog niet gedaan.’’
,,Dat’’, kaatste ze terug, ,,is dus niet waar. Jij weet net als ik wat vroeger gebeurde. Bij mijn eigen moeder zelfs. Die had ook ineens een dikke buik. Toen meneer pastoor er naar vroeg zei haar vader, mijn opa, dat de onderbroeken van zijn dochter en die van de knecht te dicht naast elkaar op de waslijn hadden gehangen. Zeker weten dat het ook in jouw familie is gebeurd.’’
Toen zweeg Jozef. Want dat klopte. Zijn gevoel zei ook wel dat Maria te vertrouwen was, maar dit was hem net even te veel New Age.
,,Je hoeft het niet te snappen’’, besloot Maria, ,,als je me maar gelooft.’’
Alvorens hij in de schuur verdween, draaide Jozef zich even om: ,,Ik geloof je. Maar één ding: als het via onderbroeken gaat is het dus een bevlekte ontvangenis.’’

De Moezel

De weken erop waren niet gemakkelijk, maar ze kwamen er uit, mede dankzij relatietherapie. Ze trouwden in de zomer, gingen op huwelijksreis naar de Moezel en na de vakantie begon Jozef aan de kinderkamer.
Die was in de herfst klaar en des te dichter het bij december kwam, des te dikker de buik van Maria. Ze kwam tot weinig meer, moest er ’s nachts vaak uit en Jozef zag een keer kokhalzend dat ze een kroket met chocopasta en twee rolmopsen naar binnen werkte.
De laatste weken verliepen rustig, tot de 24e plots een uitnodiging voor een volkstelling in de bus viel. De provincie wilde dat iedereen zich liet inschrijven op het gemeentehuis in zijn of haar geboorteplaats. Voor hun beiden was dat Winschoten.
Het had met de gemeentelijke herindeling te maken begrepen ze uit de brief, al snapten ze weinig van termen als ‘burgerparticipatie’ en ‘bestuurlijke efficiëntieslag’.
Belachelijk, vond Jozef: ,,Het is net als met de verkiezingen. We sturen sondes naar Mars, maar stemmen moet nog met rode potlood. Omdat de pervinzie de boel laat verslonzen, moeten wij naar Winschoten voor een volkstelling? Waar zijn ze mee bezig?’’
Toen Jozef nog eens goed naar de uitnodiging keek, zag hij dat die de 15e al verstuurd was en dat de telling voor de kerstvakantie klaar moest zijn.

Zonnepanelen

Ze moesten dus direct gaan. Wie zich niet voor de 25e liet registreren kreeg het jaar erop problemen met aanvragen. De twee wilden niet dat hun vergunningen voor het kappen van de zieke beuken en zonnepanelen op het dak in gevaar kwamen.
Maar net toen Maria naar het busje van Jozef wilde lopen kwam hij weer binnen: ,,Klotending. Dynamo kapot. Daar zou ik in de kerstvakantie even naar kijken.’’
,,En nu?’’, vroeg Maria.
,,Geen idee. Buren zijn er niet.’’
,,Tractor?’’, opperde Maria, meer voor de grap.
Jozef schudde zijn hoofd: ,,versnellingsbak ligt er onder weg.’’
,,Je gaat me niet vertellen dat we moeten lopen’’, vroeg Maria angstig.
,,Nou…’’, begon haar man, ,,…zover is Winschoten niet. Zo’n twaalf kilometer. We hebben de ezel nog. Loop ik wel, kun jij daar op zitten.’’
,,Ja doag’’, zei Maria, ,,ik bin toch geen Otto.’’
Een belachelijk idee ja, maar ze wist niks beters.
De tocht viel mee. Het sneeuwde licht, het land lag er prachtig bij en ze liepen in dik vier uur via Ganzedijk, Finsterwolde, Ekamp, Oostereinde en Beertsterweg naar het gemeentehuis. Het had sneller gekund, maar Maria moest steeds plassen.

Rozenstad

Het registreren ging vlotjes, maar toen ze op huis aan wilden zagen ze dat het wel erg hard sneeuwde. Jozef en Maria konden beter in de Rozenstad overnachten. Maar dat was een probleem. Of beter: ‘een uitdaging’. Want Royal York en Hotel Victoria zaten vol, evenals alle AirBnB-adressen, zag Jozef op de iPad. Hij zuchtte: ,,Dan kan ik maar één ding bedenken. Toch terug.’’
,,Ah nee’’, zuchtte Maria, ,,Ik ben bekaf.’’
Achteraf hadden ze natuurlijk in het ziekenhuis terecht gekund, maar achteraf kijk je een koe in de kont. Het kwam geen moment in hen op. Op de weg terug maakte Jozef, gedesoriënteerd door de hevige sneeuwval, de fout om op het Oostereinde naar rechts te gaan, in plaats van links. Pas bij de velden van Thos hadden ze door dat ze in Beerta waren.
Hij hervond zich snel: ,,Maakt niet uit. Vanaf de Hoofdstraat is het Oudeweg, linksaf Wiegersweg, rechtsaf andere Hoofdweg, dan richting Modderland en dat is al zowat Finsterwolderhamrik. ‘t Is niet eens zover om.’’
Maar zover kwamen ze niet.
,,Jozef’’, schreeuwde Maria op de Oudeweg, ,,het komt.’’
,,Wat?’’, vroeg Jozef.
,,Ja, wat dacht je?’’

Stadskudde Oldambt

Fuckerdefuck, dacht Jozef. Hij keek om zich heen, zag een schuur en herinnerde zich dat de Stadskudde van Oldambt of Hoogezand hier ergens stond. Geen Royal York, wel droog en warm. De grote deur bleek open en hij vleide Maria in het stro. Niks te vroeg, want de weeën waren begonnen.
Wat Jozef en Maria niet wisten was dat loonwerkers voor in de boerderij aan de kerstborrel zaten. Die hoorden niks van Maria’s gekerm, want Arrow Classic Rock stond keihard aan, maar ineens verscheen Gabriël in de kleine kantine.
,,Hé, Marcel Hensema’’, zei één van de jongens.
,,Du-hu’’, zei Gabriël, ,,jullie moeten helpen. In de stal is een bevalling bezig.’’
,,Zeker weer asielzoekers’’, schamperde een ander.
,,Nee mienjonge’’, sneerde Gabriël, ,,het gaat hier om de geboorte van de Messias.’’

Borrel

Een van de loonwerkers rende snel naar het huis van de schapenboer. Diens vrouw was vroeger verpleegkundige geweest. In de stal nam zij de regie, ging bij Maria zitten en stuurde Jozef naar de kantine: ,,Neem jij maar even een borrel.’’
Het werden er twee, drie en vier en toen Jozef een enorme schreeuw hoorde rende hij terug naar de stal. Daar vond hij Maria, spierwit, maar glimlachend en met een baby in haar armen. Zijn zoon. Hun zoon. Jezus. De zoon van God.
Een oude voederbak diende als wieg. Er was niks beters. Aangezien ook het bereik in Beerta slecht was, moest een van de jongens op de quad naar Winschoten, om bij de Huisartsenpost luiers en doeken te halen. De knaap kwam niet ver. Op de Oudeweg werd hij staande gehouden door drie Duitsers.

Ben Feringa

In halfbakken Nederlands zeiden ze dat ze verdwaald waren. Het bleken drie hoogleraren van de universiteit in Oldenburg die op weg waren naar de stad, voor een werkweek met Nobelprijs-winnaar Ben Feringa. Hun auto had een lekke band.
De bedoeling was naar Winschoten te lopen, maar toen ze een heldere ster boven Beerta zagen, werd dat hun oriëntatiepunt. Daar was immers iets aan de hand. Een belangrijke gebeurtenis. Als wetenschapper wist je dat.
,,Feringa kan warten’’, zei een van hen, ,,Ein Geburt ist viel wichtiger.’’ De drie knielden bij de voederbak. Ze hadden mirre, wierook en goud bij zich, bedoeld voor proefnemingen, maar omdat ze niet met lege handen wilden staan, gaven ze dat aan Maria. ,,Hartstikke bedankt’’, zei ze, ,,komt vast een keer van pas.’’

Duits

,,Ich will nicht zeuren’’, begon de vrouw van de schapenboer in haar beste Duits, ,,maar Mutter und Kind mussen erst roesten. Zie kommen der wel aus, doch?’’

Ze wilde het jonge gezin onderbrengen in haar huis, maar toen ze zich omdraaide, zag ze dat ze dat het drietal in slaap was gevallen. Het uitgeputte gezin lag tot de volgende dag in diepe rust. Alleen Jozef werd een keer wakker. Hij riep: ,,De Dollard pakt hem nait’’ en sliep weer verder.

Het Gronings Kerstverhaal is voorgelezen op zondag 24 december 2017 in het speciale kerstprogramma van RTV GO, de lokale omroep van de gemeente Oldambt.

zaterdag 3 juni 2017

SMK - Ik verzeker mijn Gronings accent

De borsten van Dolly Parton, de stembanden van Bruce Springsteen en de lul van David Lee Roth hebben één ding gemeen. Er staat een prijs op, voor als er iets mee gebeurt.

Het verzekeren van lichaamsdelen is trendy, stond deze week in de Volkskrant. Hoewel het eigenlijk een dingetje is voor celebrity’s, is er zelfs een Nederlander die het doet. Wijnconnaisseur Ilja Gort. Hij verzekerde zijn neus voor een bedrag van 7,8 miljoen dollar.

Toen ik dat las dacht ik: goed plan. Ik ga mijn Gronings accent verzekeren. In het geval dat ik mijn moedertaal niet meer beheers, wil ik voldoende compensatie om elders een nieuw bestaan op te bouwen.

Kakkemeroatsie


Dat is geen actie uit ijdelheid. In tegenstelling tot de Friese taal geldt het Gronings nog steeds als dialect en is nergens beschermd. Terwijl het van levensbelang is.
Zonder een correcte uitspraak van woorden als ‘kakkemeroatsie’ , ‘bongelwuppen’ en ‘klaboesterbeere’ kan ik in de supermarkt in mijn dorp nog geen halfje wit kopen.

In het land van koolzaad en aardgas, voorheen strokarton en suikerbiet, waar de huizen instorten, de discotheken het snelste verdwijnen, Henk Bleker weer een nieuw plan heeft en de boeren steeds minder voort ploegen, is taal het enige dat nog bindt.

Zonder het vermogen te knauwen, onbegrijpelijke woorden te bezigen en zinnen half in te slikken staat het voortbestaan van de Groninger als soort zelfs op het spel.

Pot bier


Als een jongen in een café aan een meisje vraagt: ‘Pot bier hebben?’, is er goede kans dat het meisje antwoordt met: ‘Joa, lekker.’ En als de jongen zorgt dat ze ‘joa, lekker’ blijft zeggen, komen er op zeker moment kinderen. Nieuwe Groningers.

Met een in correct ABN uitgesproken openingszin als ‘Kom je hier vaker?’ ben je bij ons kansloos. Iedereen komt elkaar altijd en overal tegen.

Hetzelfde bij het begroeten. Zeg ‘Hé doe’ en de aangesprokene weet onmiddellijk: goed volk, we levelen. Kom niet aan met: ‘Goede man, mag ik u iets vragen?’ Dan trekt de Groninger zijn klomp al uit en het is slecht communiceren met iemand met een hardhouten klomp in de rechterhand.

Sioux


Daarbij heeft het Gronings een enorm internationaal bereik. Dat bleek donderdag toen Sioux-indianen een bezoek brachten aan Kolham.

Dat is de plek waar in 1959 het aardgas werd ontdekt.

De Sioux strijden in Amerika tegen de aanleg van een oliepijpleiding dwars door hun Standing Rock-reservaat. Ze kwamen langs om ons in de strijd tegen de gevolgen van de gaswinning een hart onder de riem te steken.

Wat bleek bij de picknick? Indianen en Groningers verstaan elkaar.

Op de vraag ‘HAU TOKEL IYAYE IYE’, oftewel ‘Hallo, hoe gaat het?’, luidde het antwoord: ‘De griesel gait mie over de graauwe.’ De Sioux begreep onmiddellijk dat het niet heel goed ging.

Kop der veur


Op het advies van de Amerikaanse natives, ENAON SNI SIKCIYA, ENAON KIZE, wat zoveel betekent als: Blijf niet humeurig, blijf strijden, zei een Groninger boven de salade met aardappels en bietjes: ‘Kop der veur.’ De indiaan knikte.

Ze verstonden elkaar zelfs zo goed dat toen een van de Sioux op een struise Groningse wees en zei WASTE WIYA, wat staat voor knappe vrouw, zei haar echtgenoot: ‘Hest snel lös.’ Oftewel: ‘Je gulp staat open.’

Waarmee we terug zijn bij de lul van David Lee Roth en de neus van Ilja Gort. Die verzekert het orgaan overigens niet uit angst voor boze Nederlanders, als ze zijn wijn proeven, maar omdat zijn chateau draait op de kwaliteit van het reukvermogen.

Keith Richards


In het rijtje van de neus van Gort, het borsthaar van Tom Jones, de middelvinger van Keith Richards en de tong van Gene Simmons, past daarom het verzekeren van het Gronings dialect.


Het is: beschermen wat kostbaar is. Daarin gaan we overigens ver. De irritatie na de jongste aardbeving is zo groot dat iedere minister die naar Groningen komt er goed aan doet zijn gebit te verzekeren.

Deze column werd uitgesproken op zaterdag 3 juni 2017 tijdens een uitzending van Spijkers met Koppen in Café Florin, Utrecht

zaterdag 29 april 2017

SMK - Nederland badeendjeland

Omdat de grutto, onze nationale vogel, op uitsterven staat en we wel wat klaar zijn met tulpen, molens en klompen, is de tijd rijp voor een nieuw symbool voor het Koninkrijk Nederland: het badeendje.

Dat inzicht dank ik aan een LinkedIn-contact.

Zij, laten we haar Eva noemen, plaatste een berichtje over een programma over Nederland en het bloemencorso in het bijzonder en daarin kwam het badeendje voorbij. Op een praalwagen. Samen met een DAF en andere Hollandse producten.

Eva had er nooit bij stilgestaan dat het badeendje een typisch Nederlands exportproduct was. Ze was er blij om. Wij staan doorgaans op de foto bij molens, klompen en tulpen, maar dan zien wij er volgens Eva niet altijd slim uit. Terwijl het badeendje daarentegen een hartstikke slim product is.

Dat heeft Eva goed gezien.

Genderneutraal


Het wezen van het badeendje verbeeldt onze poldermentaliteit. De derde weg tussen links en rechts, verzuiling en versplintering, milieu en economie, verzet en gedogen, humor en ernst. Het badeendje is genderneutraal, politiek neutraal en godsdienstneutraal. Geel is het nieuwe rood-wit-blauw. Vlag op het schip dat van de oude naar de nieuwe tijd vaart.

Want meer dan vlag is het badeendje een gids. Een hybride verschijning dat vooral niet is wat het lijkt.

Op het eerste gezicht een alleraardigst speelgoedje voor in de badkuip dat een piepje geeft als er in geknepen wordt. Eerst waren ze van rubber, nu van vinyl. Ernie van Sesamstraat heeft er een.

Maar het badeendje is ook: spiegel van yin en yang. In een wereld waarin een omkering van feiten de nieuwe waarheid vormt, staat het plastic ding voor duurzaam en klimaat- en energieneutraal.

Dat blijkt onder meer uit een verhaal op Wikipedia. 

Stille Oceaan



Een zeecontainer met 29.000 badeendjes sloeg in 1992 overboord, op de Stille Oceaan. Ze werden teruggevonden in de Beringstraat en vroren daar vast in het Noordpoolijs. In 2000 werden exemplaren gezien voor IJsland, een jaar later op de plek waar de Titanic zonk, in 2003 spoelden ze aan op de hele Amerikaanse oostkust. De laatsten belandden in 2007 in Cornwall. Het plastic, anomalie in een organische wereld gaf, juist door het onvermogen te vergaan, waardevolle informatie over golfstromen.

Kunstenaar


De Nederlandse kunstenaar Florentijn Hofman maakte reeds naam met het badeendje. Hij exposeert sinds 2007 enorme exemplaren in de havens van de wereld. Maar de wereld ligt op de loer.

De Braziliaanse oppositie gebruikte in 2016 een exemplaar dat enorm op die van hem leek bij een actie tegen president Dilma Rousseff.
Russische jongeren gingen 26 maart dit jaar de straat op om te protesteren tegen de corrupte elite. Ze droegen gympen en waren gewapend met badeendjes.
Zelfs Donald Trump zit op het vinkentouw. Neem een foto en profile van de Amerikaanse president en kijk naar zijn kapsel: model badeend.
Als dat nog niet gebeurd is, doet Nederland er goed aan het gele stuk speelgoed zo snel mogelijk vast te leggen als nationaal symbool.

Het Badeendje Akkoord


Ook omdat commissies van VVD, CDA, D66 en GroenLinks deze week met een voorstel kwamen om economie en samenleving duurzaam en klimaatneutraal te maken. Informateur Edith Schippers krijgt van PvdA en ChristenUnie eveneens oproepen eens serieus werk te maken van het klimaatbeleid. Met een beetje geluk kan het coalitieakkoord de geschiedenis in als Het Badeendje Akkoord.

Nederland is er aan toe. In Kampen stond deze week een ‘patatje gezond’ op het menu en ook Máxima is om. Onze koningin, dochter van een Argentijnse politicus die alles dat eindigde op ‘iste’ uit een helikopter gooide, noemde zichzelf ‘feministe’. Daarmee liet ze zien: ik denk als een badeendje.

De column werd uitgesproken op zaterdag 29 april tijdens Spijkers met Koppen, café Florin, Utrecht.

vrijdag 7 april 2017

SMK - O, ironie

De Drentse boerenrockband Mooi Wark lag onder vuur vanwege de titel van de jubileumtoer die vandaag van start gaat: ‘Niet veur mietjes’. Wie de band een beetje kent snapt de grap.
De term ‘mietjes’ leidde echter tot ergernis bij homoseksuelen, aldus een Drents statenlid. Hij vroeg de band iets aan de titel te doen. Dat deed de band niet. In de krant legde de manager uit dat Mooi Wark geen kwaad in de zin had met ‘mietje’. Ze gebruikten het in de betekenis van ‘slappeling’.

Gaarkeuken


Schrijver Christiaan Weijts schreef november vorig jaar in de NRC een stuk over dat ‘ironie steeds minder wordt herkend’. Een citaat daaruit: ‘In de gaarkeukens van opiniërend Nederland wemelt het van onbegrepen ironie.’
Hij nam als voorbeeld een ingezonden brief in het Dagblad van het Noorden. Dat ging over de ontgroeningen van studentenverenigingen in het algemeen en die van het Groningse Vindicat in het bijzonder.
De opsteller meende dat de zware mishandelingen en vernederingen een functie hadden. Het hielp de karakters te vormen van de toekomstige CEO’s, ministers en staatssecretarissen. Goed punt, want met wat we onze bestuurders en topmannen ook voor de rechter slepen, ze geven geen kik. De brief besloot met ‘Af en toe een dode of gewonde is jammer, maar maakt ook duidelijk dat het menens is.’

Woedende reacties


Het leidde tot woedende reacties. Weijts concludeerde dat weinigen op het idee kwamen dat die zin wellicht ironisch bedoeld was. Nu ken ik toevallig de briefschrijver en ik twijfel aan het ironisch gehalte, maar Weijts had een punt.
Ironie is, zoals Wikipedia leert, een stijlfiguur waarbij wat gezegd of getoond wordt afwijkt van wat bedoeld wordt. En, dat is mijn toevoeging, met een vette knipoog.

Knipoog


Edoch: de knipoog is uit de wereld. Werd in vroeger dagen de soep nooit zo heet gegeten als hij werd opgediend, vandaag de dag krijg je de hete soep meteen terug in je gezicht gesmeten en de aardappelen, spruitjes en gehaktballen er direct achteraan.
Zoals minister Dijsselbloem ondervond. Want zelfs wij Groningers weten dat inwoners van Zuid-Europese landen hun geld niet net als wij uitgeven aan drank en vrouwen.

Paashaas


Zoals de Hema ondervond bij de nieuwe paasreclame. Het bedrijf introduceerde de ‘wereldberoemde’ familie Paashaas, met stuiterbal Richie, nette zusje Inez, elegante en lieve moeder Juliëtte en vader Charles, de baas in huis.
Op social media was het meteen weer bal. Wie zegt dat de paashaas hetero is, luidde de vraag. Dat Juliëtte werd neergezet als ‘haas waar alle mannetjes gek op zijn’ was zelfs ronduit seksistisch.
Toegegeven, de Hema kan als het CDA onder de winkelketens worden gezien en bij een bedrijf met een rookworst als symbool is de gedachte aan seks nooit ver weg. Maar vorig jaar werden de lesbo’s en homo’s door de Hema bediend en dit jaar opnieuw kindjes met Down, dus waarom meteen weer met gestrekt been erin?
Ik ga met Weijts mee als hij zegt dat we alleen nog durven lachen bij iemand met het stempel ‘cabaretier’ op zijn voorhoofd.

Drank en vrouwen


Ironie maakt het leven draaglijk. Het is in ieder geval wat ons Groningers, naast drank en vrouwen, op de been houdt. Zonder een knipoog op zijn tijd is het lastig overleven in het huidige land van koolzaad en aardgas, vroeger suikerbiet en strokarton. Als wij op de televisie komen worden wij ondertiteld en als je alles wat over onze hoofden wordt uitgestort letterlijk zou nemen, kun je beter meteen uit het raam springen.

Johan Cruijff


En, over ironie gesproken:
Johan Cruijff, die gisteren precies een jaar geleden overleed, is de beste voetballer die ons land ooit kende, de beste trainer en hij was een bijzonder mens. Cruijff legde overal in het land speelveldjes voor kinderen neer. Het minste wat we terug kunnen doen, een stadion zijn naam geven, doen we niet. Omdat met de naam van een stadion ook veel geld is te verdienen.

Ik had graag willen afronden met de conclusie dat Amsterdammers daarom mietjes zijn, maar dat kan niet. Want FC Groningen voetbalt in het Noordlease-stadion.

Deze column is uitgesproken op zaterdag 25 maart, tijdens een aflevering van Spijkers met Koppen van BNN-Vara.

zaterdag 28 januari 2017

SMK - Freek doet Groningen

In de maalstroom aan waarheden en onwaarheden over bezoekersaantallen, bonnetjes, een brief en het andere vingeropsteken is het de meeste Nederlanders vermoedelijk ontgaan dat Groningen een nieuwe ambassadeur heeft: Freek de Jonge.

Inderdaad, ook wij waren verrast.

Hij zegt dat hij gevraagd is, maar wat Freek niet weet is dat wij, Groningers, vijftig soorten ‘ja’ kennen. En in de helft van de gevallen bedoelen we ‘nee’.

Dus als iemand vraagt: ‘wil je dat ik help?’ en het antwoord is: ‘mag wel’, dan zeggen we eigenlijk: ,Van ons hoeft het niet.’

Schade door gaswinning


Wat Freek voor ons doet is de aardbevingsproblematiek onder de aandacht brengen. Want onze huizen, scholen en boerderijen hebben nog steeds schade door gaswinning. En het moet gezegd: wat ons in vijf jaar, sinds de grote klap bij Huizinge, niet lukte, lukte hem wel. Hij zit bij De Wereld Draait Door.

Als de Ieren zeggen dat ze de negers van Europa zijn, is Groningen het Ierland van Nederland. Wij zouden wat graag gediscrimineerd, gerascisticeerd of zelfs gemolesteerd worden, maar het is nog erger: wij worden ge-negeerd.

Op de avond van de grote beving in Hellum, 3.0 op de schaal van Richter, zei Jeroen Pauw: ,…de huizen staan nog overeind, over naar: Schiphol.’

Oftewel: succes ermee. Terwijl het vrij simpel is wat we willen. Schade moet hersteld worden en NAM of Rijk betaalt. Maar over bijna elke scheur wordt gesoebat. Het is de fundering, de wind, achterstallig onderhoud en Jan Mulder kreeg van een inspecteur de vraag of hij misschien last had van mollen.

NAM


We zijn inmiddels zover – en dit is geen grap - dat achter elke NAM-inspecteur iemand aanloopt die controleert of hij mensen met schade niet onheus bejegent.

Als journalist moet ik onafhankelijk blijven, maar ik vrees dat ik ‘bevingsradicaliseer’. In een open brief op mijn blog heb ik de verantwoordelijke minister, Henk Kamp, min of meer al bedreigd. Toen ik dat in Hengelo meldde, zei iemand: ,,Wie weet ‘m wa te won’n.’’ 

Wat zoveel betekent als: ‘We weten hem wel te wonen.’

Het adres kreeg ik. Want Kamp is ook in Hengelo en omstreken niet populair. Ik weet niet of ik echt tot actie overga, mijn vrouw heeft dat liever niet, maar ik heb de minister in ieder geval beloofd dat als ik de eerste aardbevingsdode ben, ik zijn verdere leven bij hem kom spoken.

Nieuwe impuls


Toegegeven, we kunnen hulp gebruiken, maar de vraag is waarom Freek pas nu in actie komt. Mijn suggestie dat zijn carrière een nieuwe impuls nodig had werd niet gedeeld door een collega: ,,Welnee, hij trekt nog steeds volle zalen en is hartstikke scherp. Zoals jij denkt: dat is precies wat er mis is aan Groningers. Het is niet goed of het deugt niet.’’

Op mijn tegenwerping dat het bizar is dat wij al vijf jaar moord en brand schreeuwen en niemand luistert en Freek ineens bij DWDD zit, klonk het: ,,Zo werkt het. Bekende Nederlanders hebben de wereld verdeeld. Hugo Borst komt op voor zijn moeder, Pauline Broekema voor Pekela en Claudia de Breij doet Het Dorp. Maar als hij wat voor elkaar krijgt is het toch goed? Hij doet tenminste iets.’’

Republiek Hoogeland


Wat Freek tot dusver voor elkaar kreeg was een minitournee. Een week lang sprak hij met betrokkenen en bestuurders en ’s avonds trad hij op. In Groningen. Voor eigen parochie dus. Jan Mulder predikte bij een van die optredens wel al de revolutie en wierp zich meteen op als de eerste president van de republiek Hoogeland.

En Freek gaat door. Hij neemt 7 februari een clip op tijdens een demonstratie in de Groningse binnenstad. Het wordt volgens hem van ‘een manifestatie van Washington-achtige proporties’. Of dat goed is weet ik niet.

De NAM benadrukte alvast dat de gaskraan niet binnen tien jaar dichtgaat, zoals Freek voorstelde en eerlijk gezegd had ik niet anders verwacht.

Wordt Toch Niks



Edoch: anders dan mijn standaardhouding WTN, oftewel Wordt Toch Niks, krijgt Freek het voordeel van de twijfel. En mocht er toch naar hem worden geluisterd, dan heb ik nog wel wat. Wij hebben te veel windmolens, te weinig werk en te veel zelfmoorden, Stadskanaal is in ‘Ik Vertrek’ nooit de droombestemming en FC Groningen komt maar niet uit het rechterrijtje.

Op 28 januari 2017 voorgelezen in het Vara-radioprogramma Spijkers met Koppen in Café Florin in Utrecht

dinsdag 27 december 2016

Voor Lemmy

Hij had humor en zijn fans ook. In een documentaire zegt één van hen iets als: ‘Na een nucleaire oorlog blijven er twee levensvormen over. Kakkerlakken en Lemmy.’

Ian Fraser (Lemmy) Kilmister had een griezelige wrat op zijn wang, zijn snor ging over in bakkebaarden die ergens op zijn lichaam eindigden waar geen daglicht kwam, hij zong als een vastlopende scheepsmotor, maar zijn uitvaart was live te zien op YouTube.

Want de voorman van de Britse heavymetalband Motörhead bleek minder onsterfelijk dan gedacht. Op tweede kerstdag 2015 werd een agressieve vorm van kanker ontdekt en twee dagen later, morgen een jaar geleden, stierf hij, 70 jaar oud. Slash, Dave Grohl, Queen’s Brian May en Metallica liepen achter zijn kist.

Lemmy is het beste voorbeeld dat je als vader het gezin beter niet kunt verlaten als je baby drie maanden oud is. De basgitarist en zanger kende God noch gebod. Hij stopte bij een van zijn eerste bands, Hawkwind, vanwege een verschil van inzicht over drugsgebruik. Zijn maten waren aan de lsd en hij aan de amfetamine.

Ik zag hem een keer, in De Oosterpoort, ik meen in 1997. Dat duurde helaas nog geen uur omdat halve garen hem met bier bleven bekogelen.

Hoewel een band voor connaisseurs was Motörhead tevens opstap in de wereld van de hevige metaal. Kinderen zingen in no time mee met ‘Ace of Spades’. Daarom, als hommage, stel ik voor dat we woensdag 28 december 2016, op zijn eerste sterfdag, tijdens het hardlopen, strijken of aan de koffie in het bejaardentehuis, even één keer de vuist vooruit steken, met de wijsvinger en pink uitgestoken en keihard ‘Lemmyyyyy!!!’ brullen. 

Column Ogenblik in het Dagblad van het Noorden, 27 december 2017

woensdag 23 november 2016

Nog één keer Seta

MUSSELKANAAL De roemruchte voetbalvereniging Seta uit Musselkanaal viert op 10 juni 2017 het zestigjarig jubileum. Op de planning voor die dag staat een kort feestprogramma met aansluitend een reünie. Bestuur en feestcommissie willen het heuglijke feit met zoveel mogelijk mensen vieren en doen een oproep aan leden en oud-leden om zich te melden.

Dat kan via acvs@kpnmail.nl, website www.vv-seta.net en de Facebookpagina 60 jarig bestaan v.v. Seta (link), waarop regelmatig nieuwe informatie verschijnt.

Aanmelden kan ook via: Jan Abee 06-22231169 (feestcommissie) of Jan Hartman 06-15519871 (clubvoorzitter).

Ik heb zelf heel lang bij Seta gevoetbald. Het is de club met de meest geografische aanduiding in de naam: Sportclub Eerste exloërmond Tot Afdraai. Al spraken de tegenstanders van: Schopt En Trapt Alles. Zelf vond ik een door een vriendje beacht Sportieve En Technische Atleten wel mooier.
Mijn belevenissen bij de club inspireerden tot veel verhalen in de bundel 'De dronken rechtsbuiten' en min of meer ook tot mijn enige voetbalroman tot dusver, FC Hopeloos. En wellicht als extra motivatie om vooral naar de reünie te komen hieronder een verhaaltje uit de oude doos.


Borsten van papier

Of het de trainer zelf was weet ik niet meer, maar op een zaterdag kwam iemand de kleedkamer binnen met een verrassing. Twee borsten van papier, met knoerten van tepels. De boodschap was: wat de uitslag straks ook is, hier hebben jullie alvast twee punten.
Voetbalhumor, ja. Wat ik vooral bijzonder vond was dat die iemand dus een avondje bezig is geweest die dingen te maken. Wat ongetwijfeld voor opgetrokken wenkbrauwen bij moeder de vrouw aan de keukentafel heeft gezorgd.
‘Wát ben jij aan het doen?’
‘Ach, ik maak even twee titten. Je weet wel, stukje psychologie. Die idioten begrijpen maar niet wat ik bedoel. Als het over seks gaat snappen ze het wel.’
Of het een zege heeft opgeleverd ben ik vergeten. Dat soort creativiteit was doorgaans niet aan ons besteed. Wij konden meer met teksten als: ‘Kom op jongens! Der bovenop vandoage! Veur mekoar knokken! Beuk hom deur de panty! Allah Akbar!’
Waarschijnlijker is dat we die dag kansloos het schip in zijn gegaan en ik de hele wedstrijd aan borsten heb lopen denken.
Het was niettemin een originele gedachte en als trainer moet je wel eens wat. Gevraagd naar zijn tactiek riep Ernst Happel vroeger: ‘Táctiek? Geloel. Ik heb kain tactiek. Ik heb Coentje, Wiellem en Rinoes. Zij roegelen das wohl.’
Omdat negentig procent van alle elftallen geen Coentje, Wiellem en Rinoes hebben, maar de linies vullen met Derken, Gezinussen en Onno’s, kan een tactisch praatje of een briljante ingeving wel eens helpen.
In de meer dan 35 jaar dat ik heb gevoetbald is alles langs geweest. Van zinvolle omzettingen tot minder zinvolle, zelfs desastreuze omzettingen. Van een normale analyse tot getier en bijna elke trainer liep minimaal een keer de kleedkamer uit in de rust, in de hoop dat we ons de ernst van de situatie realiseerden. Ook dat pakte meestal verkeerd uit, want dan gingen we door elkaar zitten schreeuwen.
Van al die jaren is me vooral bijgebleven dat de trainer van dienst tijdens het kopje thee constateerde dat de ‘eindpass’ niet goed was. We speelden best aardig, tot aan de eindpass. Die eindpass wás gewoon niet goed, jongens! Ineens had iedereen het over de eindpass. Inderdaad, die $#%&^^%***-eindpass! Dat we daar niet eerder aan hadden gedacht! We moesten als de sodemieter aan die eindpass werken! Wekenlang gingen de gesprekken over de eindpass. Tot in de kantine. Wat bleek: ook bij het tweede, derde en vierde was die eindpass niet goed! Niemand bij de club had het nog over iets anders. Dat bijna alle passen niet goed gingen werd voor het gemak vergeten. Het ging om die eindpass! Op zeker moment serveerden ze zelfs een patatje eindpass, waarbij de mayo en ketchup als een streep over de frieten lagen.

Het leukste idee was echter – bij een andere trainer – het plan dat onze voorstopper de bal bij de aftrap meteen met een enorme hijs naar voren knalde en wij moesten dan als gekken ook die kant op rennen. Met deze shock and awe-tactiek zou de tegenstander het in zijn broek doen van angst en konden we direct scoren. We hebben het een heel seizoen gedaan. Het leverde louter doeltrappen voor de tegenstander op, maar ik vond het elke keer een geweldige happening.

P.S. Zoals trouwe lezers gemerkt zullen hebben post ik even geen blogs meer. Ik schrijf tegenwoordig columns voor het Dagblad van het Noorden en twee stukjes op een dag wordt te veel van het goed.